In 2014 bracht Black Star Riders-zanger Ricky Warwick niet alleen een album met die band uit. Hij had blijkbaar tijd over en bracht via een Pledgemusic-campagne maar liefst twéé solo-studioalbums uit. Die zijn nu ook ‘normaal’ vekrijgbaar, in de vorm van een dubbelalbum. When Patsy Cline Was Crazy (And Guy Mitchell Sang The Blues) bevat de rocktracks, terwijl Heart On Trees vooral akoestisch is en naast Americana ook Warwick’s Noordierse roots laat horen. Ze zijn daardoor ook prima afzonderlijk te beluisteren.
De songs zijn geschreven door Warwick en Sam Robinson en Warwicks band, The Fighting Hearts, bestaat uit bassist Robbie Crane (Black Star Riders, gitarist Mark Thwaite (The Mission) en drummer Gary Sullivan. Daarnaast is er een lijstje aan gastmuzikanten dat niet mals is: onder andere van de partij zijn Joe Elliot (Def Leppard), Damon Johnson (ook Black Star Riders), Andy Cairns (Therapy?), Nathan Connolly (Snow Patrol), Ginger Wildheart, en Richard Fortus (Guns N’ Roses). De productie was in handen van Def Leppard’s Joe Elliott en Def Leppard-geluidsman Ronan McHugh. Ter gelegenheid van de rerelease zijn beide cd’s voorzien van in totaal maar liefst acht bonustracks.
When Patsy Cline Was Crazy (And Guy Mitchell Sang The Blues) bevat zoals gezegd de hnhardere kant van Ricky Warwick. Het is duidelijk waarom hij door Scott Gorham werd uitgekozen als zanger voor de laatste incarnatie van Thin Lizzy (die vervolgens Black Star Riders werd): hij heeft een met Phil Lynott vergelijkbare licht-hese stem, hanteert nogal eens vergelijkbare zanglijnen en misschien nog wel het belangrijkste: hij schrijft ook tracks die er uit komen als hardrock, maar tegelijk eigenlijk heavy popmuziek zijn, in een mengeling van Britse en Amerikaanse invloeden.
Het begin, met “The Road To Damascus Street”, “Celebrating Sinking”, het titelnummer en “Toffee Town”, is dan ook hartstikke catchy hardrock waarmee het album een vliegende start maakt. “That’s Where The Story Ends” en “Johnny Ringo’s Last Ride” zijn de enige tracks die wat afwijken en vrij Brits aandoen, of in het geval van “That’s Where The Story Ends” met schetterende blazers vooral (Noord-)Iers. Daarna gaat het weer verder met up-tempo rockers. Zowel in de composities als de productie valt op dat de songs een tijdloze klasse hebben. In een kleine drie kwartier wordt je meegenomen door een tiental songs die catchy zijn en toch een ouderwets lekkere feel hebben. Geen bakken compressie of hyperstrakke productie, ‘gewoon’ smakelijke rockers.
Het andere album, Heart On Trees, begint met “Presbyterian Homesick Blues”, een nog vrij stevige track met met fantastische elektrische slidegitaar. Die blijkt als het ware een soort overgang naar het rustiger deel van Warwicks songwriting. Een enkele keer up-tempo, zoals in bijvoorbeeld het titelnummer en “Schwaben Redoubt”, maar vaak voornamelijk akoestische gitaar. Ik merk dat er bij mij toch een zekere verzadiging optreedt, mede omdat Warwick weliswaar een prima zanger is maar geen heel groot bereik heeft. Net iets vaker een iets pittiger track als “Presbyterian Homesick Blues” ertussen had dat op kunnen lossen.
Het mag duidelijk zijn dat ik When Patsy Cline Was Crazy (And Guy Mitchell Sang The Blues) vaker zal draaien dan Hearts On Trees. Daarmee is niet gezegd dat de laatste slecht is, alleen net iets te lang. Wat wèl blijkt uit beide albums, is dat Warwick ook zonder de Black Star Riders prima overeind blijft.
[youtube id=”npqBrRDEKEs”]
Ricky Warwick website
Ricky Warwick – When Patsy Cline Was Crazy…/Hearts On Trees
311
vorig bericht