Vrijwel alles is hetzelfde gebleven ten opzichte van het vorige album All Saints. De samenstelling van band, Niels Schutten als gasttoetsenist, Marten Haak als engineer, de studio. Eén opvallende wijziging: de mix is gedaan door Erwin Musper, de man die ooit achter de knoppen zat bij Def Leppard, Scorpions en Van Halen. Die is eigenlijk met muziekpensioen, maar Hoeke c.s. hebben hem weten te verleiden tot een nieuwe klus.
De band laat horen waar ze al die jaren al goed in zijn: goed uitgewerkte songs met wortels in hardrock en blues, zonder pop, funk en soul te schuwen. De naamgever zorgt voor grote riffs en soleert graag en veel maar wel in dienst van de track, Lucas Pruim is een bijna ouderwetse rockzanger die met zijn frasering heel veel bijdraagt aan het ritme van de songs en natuurlijk is er weer de rotsvaste ritmesectie van Eric Hoeke en Mike Kamp.
Over elke song is wel iets te zeggen, maar ik zal er een paar uitpikken. My Baby Knows is een track waarin de ritmesectie de show steelt: hun heerlijke basis zorgt ervoor dat de song al tractie heeft zonder gitaar en zang. Rockers zijn er ook volop, zoals Cold Dead Hands, met een lekker gruizig gitaargeluid. Ramblin’ en Oblivion zijn de twee lange songs. In het geval van Ramblin’ komt die extra lengte geheid door een lange solo. Die solo is heerlijk, maar in Ramblin’ vind ik de melodie achter die solo minstens zo mooi. Oblivion is bijna de Ruben Hoeke Band’s Stairway To Heaven, door de opbouw in secties en het fraaie tokkelende gitaarwerk. Ook deze ronde staat er een cover op: Keep Playin’ That Rock ‘N’ Roll van Edgar Winter. In het origineel een rhythm and bluestrack, hier meer een funky hardrocktrack met wel dezelfde drive. Bij de voorlaatste track Follow The Stars is iets te horen wat op cello lijkt, ook al is die nergens vermeld. Wat het ook is, het is een prachtige toevoeging.
Wat me hier steeds weer opvalt is de eenheid en energie die je hoort. Op de een of andere manier zijn de bandleden allemáál essentieel voor het ritme van de songs, zoals ze ook allemáál zorgen dat de melodieën op hun plek vallen. Vandaar ook die heerlijke melodie áchter de solo in Ramblin’. Hoewel het album door een uitgekiende dynamiek – zowel in de songs als in de songvolgorde – prima overeind blijft als je het als achtergrond hebt aanstaan, is dit wel een album waarbij het aanbeveling verdient om zo nu en dan met je hoofd tussen de luidsprekers te gaan zitten. Die aandacht verdient het ook.
Meer van hetzelfde? Oneerbiedig gezegd misschien wel, maar als je het mij vraagt mogen we daar juist hartstikke blij mee zijn. Reloaded is wéér een kneiter van een album van een band die nog steeds groeit. Ik zet ‘m gewoon nóg een keer op. Later!