Het Britse Saxon heeft de afgelopen periode een buitengewoon actieve positie ingenomen. In zowel 2021 als het voorgaande jaar brachten zij respectievelijk de coveralbums Inspirations en More Inspirations uit, terwijl de laatste langspeler Carpe Diem slechts anderhalf jaar geleden verscheen. Met Hell, Fire And Damnation is de band alweer toe aan hun 24e plaat. De band draait ondertussen al bijna 50 jaar mee en zoals het er naar uitziet denken Biff Byford en consorten nog niet aan stoppen.
Dit nieuwe werk omvat tien composities, aanvangend met de symfonische intro The Prophecy. Het daaropvolgende titelnummer belichaamt de traditionele heavy metal die kenmerkend is voor dit gezelschap. De midtempo riffs worden afgewisseld met voortreffelijk drumwerk, waarbij de standaard songstructuren als fundament dienen voor de nummers. Biff mag dan niet meer de jongste zijn, maar zijn rauwe stem lijkt niet te verjaren.
Tijdens Madame Guillotine komt de basgitaar beter tot zijn recht. De zware tonen staan aan de basis van dit nummer. Tevens leveren de gitaristen Quinn en Scarratt harmonieuze passages van uitzonderlijke kwaliteit. Het nummer vordert gestaag, zonder ooit in snelheid te excelleren. Dit staat in schril contrast met Fire And Steel, waarin de heren aanzienlijk krachtiger te werk gaan en laten zien dat ze nog steeds bedreven zijn in het vertolken van flitsende New Wave of British Heavy Metal. Het overgrote deel van het nummer wordt besteed aan indrukwekkende solo’s, waardoor het zich instrumentaal gezien als hoogtepunt van het album mag kronen.
Na deze spectaculaire vertoning vervolgt het album met There Is Something In Roswell, Kubla Khan And The Merchant Of Venice en Pirates Of The Airwaves, die zich kenmerken door een meer rechtlijnige benadering zonder opvallende uitspattingen. Hoewel deze nummers zeker van hoogwaardige kwaliteit zijn, ontbreekt het lichtelijk aan overtuigingskracht. Het groovende 1066 laat mijn hoofd meer meedeinen en is een ware oorwurm op een positieve manier. De rustige, melodieuze passage getuigt van virtuositeit en weet een sterke indruk achter te laten. Het repeterende Witches Of Salem is wat mij betreft een overbodige toevoeging, maar wordt gecompenseerd door het snelle Super Charger. Een krachtige afsluiter waarin het vakmanschap van Saxon duidelijk naar voren komt. Krachtige vocalen, snelle riffs en solo’s, samen met een aanstekelijke tekst, zorgen voor een geslaagd slotoffensief.
Hoewel het misschien niet op gelijke voet staat met Wheels Of Steel, levert Saxon nog steeds kwalitatief hoogwaardig werk, zelfs 44 jaar na dato. Met enkele absolute hoogtepunten presenteren de Britten één van hun betere creaties van de afgelopen jaren. Consistente releases, werkende formules en hoogstaande composities onderstrepen waarom Saxon zo’n gewaardeerde gast is in Europa. Het is uitkijken naar hun optreden op Alcatraz later dit jaar, waar ze een prominente plek op het affiche bekleden.