Het tweede album van het Nederlandse electro gezelschap bewijst dat eclectisch geweldig kan zijn. Waar dansvloer georiënteerde nummers als ‘Schlusspoetik’, ‘Ein Schatten’ en het furieuze ’An Den Todesengel’ bewijzen dat Schwarzblut zich kan meten met de beste (dark) electro act gooit men het daarna al snel over een andere boeg. De mooie ballad ’Der Schwere Abend’ met zangeres Angelika bewijst dat de band ook aandacht heeft voor het schrijven van goede nummers. Afwisseling troef, want het tribal georiënteerde ’Nomen Est Omen’, met passende indrukwekkende ‘zangkreten‘, kan zo meedraaien in de middeleeuwse (Duitse) scene. Met ‘Der Schwarze Tod’ doet men (ook in de samenzang tussen man en vrouw) een gooi naar Blutengel, niet één van de meest interessante nummers. Schwarzblut valt namelijk meer op wanneer men de experimentele kant laat horen, hoewel ook de (semi)ballads zoals ‘Einst’ en het erg mooi opgebouwde (klassiek, orkestraal ingevulde) ‘Des Menschen Seelen’ kunnen bekoren. Dat laatste nummer is de opmaat tot een erg mooi klassiek gedeelte met ‘Strömt Von Der Hohen’ en ‘Schiksal Den Menschen’. Het geeft een indrukwekkend (onverwacht) slot aan dit album. Schwarzblut is duidelijk gericht op de markt van de Oosterburen. en ook de inspiratie komt veel vanuit die kant. Zoals Goethe, Hermann von Ling en Ludwig Pfau. Kortom, de intellectuelen hebben zeker ook wat te halen bij “Maschinenwesen”. Vergelijkingen met Goethes Erben (op het gebied van inspiratiebronnen), maar ook Das Ich (maar dan wat duisterder, zoals tijdens ‘Die Fabrik’) mogen dan getrokken worden maar Schwarzblut klinkt eigenzinniger. Dat eigenzinnige gaat overigens niet ten koste van de toegankelijkheid, want hoewel het album heel afwisselend is klinkt het allemaal lekker in het gehoor. Rustig en hard. Schwarzblut bewijst daarmee dat electro, Gothic muziek niet afgeschreven moet worden.
Schwarzblut – Maschinenwesen
240