Toch zou ik Seventh Wonder tekort doen wanneer ik het hier bij zou laten, want de afzonderlijke composities zijn meer dan een mooi ‘bekkie’. Er is genoeg diepgang te vinden in de muzikale reis van de band en dat is ook de reden dat Seventh Wonder in dezelfde straat woont als Queensrÿche in Redemption om er een paar te noemen.
Met Tommy Karevik achter de microfoon is het ook bijna onmogelijk om Kamelot niet te noemen. En wanneer je Warriors beluistert, weet je meteen aan het karakteristieke stemgeluid dat je met Tommy te maken hebt. Zijn deel van de compositie is sterk, maar de compositie op zich is met het klassieke intro al een retegoed stuk muziek op zich. Het vervolg daarop staat eveneens als een huis en is sterk opgebouwd, waardoor Warriors een compositie is waar helemaal niets op aan te merken is.
De toon is daarmee gezet en het wat snellere The Light neemt het stokje gewoon over. Mooi is hier dat in de refreinen alles een octaafje hoger wordt ingezet waardoor het nog meer aanspreekt. Gaandeweg de compositie sluipen de progressieve elementen voorzichtig en naadloos in het geheel en is er ruimte voor het gitaarspel van Johan, het toetsenspel van Andreas Söderin waarbij Andreas Blomqvist de nodige ondersteuning biedt. Je zou bijna denken dat de band daarna terugpakt naar de basis, maar de zangpartij van Tommy zet biedt je eerst nog een stuk pure emotie zoals hij dat kan.
Heel snel plukt Seventh Wonder aan de gevoelssnaar met het balladachtige I Carry The Blame. Lekker mainstream en gevoelig word je meegenomen in de compositie. Later op het album sluit Elegy het album op een soortgelijke manier af. Met de orkestrale start en het gevoelige stemgeluid van Tommy beweegt Seventh Wonder zich heel erg naar een ballad die gemakkelijk een Disneyfilm zou kunnen dragen.
Het beproefde recept van Seventh Wonder vind je verder in The Red River, Mindkiller en Invincible. En juist hier merk je hoeveel lagen er in de compositie van Seventh Wonder liggen. Het is een muzikale ui die er van buiten glanzend, smakelijk en strak uitziet. Wanneer je het laag voor laag pelt, kom je muzikale stukken/rokken tegen die er juist voor zorgen dat die buitenkant zo mooi kan en mag gedijen.
Muzikaal wordt dat duidelijk in Reflections, een instrumentaal stuk progrock dat aandacht vraagt. Vanuit de basis worden er variaties aangeboden waarbij gitaar en toetsen een duet neerzetten met afzonderlijke uitspattingen. Een compositie waarbij de progliefhebber zijn vingers af kan likken. Om daarna door te gaan naar Under A Clear Blue Sky waar Seventh Wonder de tijd neemt om zichzelf te profileren. Er is ook hier ruim tijd voor een vorm van improvisatie, zeker in het ruime instrumentale stuk waarin een ieder verder uitgedaagd wordt en je onwillekeurig even moet denken aan Spock’s Beard.
The Testament is een album dat je uitnodigt om mee te gaan op een zoektocht naar pure prog, verpakt in een nagenoeg perfect doosje. Enerzijds zet de band, onder de vleugels van Frontiers Records, een stuk muziek neer dat super gepolijst is, maar het is de som der delen die er uiteindelijk voor zorgt dat je niet genoeg krijgt van The Testament.