Bij het intronummer Intimacy neigt het geluid naar een industriële kant, maar laat daarnaast ook meteen horen wat Shields in de mars heeft. Composities die sterk worden neergezet en veelal gesierd zijn met aanstekelijke refreinen waarbij de compositie In The Grey alle prettige eigenschappen van het metalcoregenre in zich heeft en een refrein dat uitdaagt tot meezingen. Ook de grunts in deze compositie bieden niet alleen een sterk tegenwicht, het zorgt tevens voor een mooi evenwicht in het contrast met de melodielijn van de clean vocals. De breakdown aan het eind maakt het dan ook helemaal mooi af.
Ook in Upside Down gebruikt Shields eenzelfde recept en gaat de sfeer lichtelijk naar een band als Caliban. Qua zang wordt er in Upside Down ook gebruik gemaakt van een vorm van screams die mij dan weer minder aanspreken, evenals in Mother. Mother kent dan wel weer een uiterst strakke breakdown maar heeft dan weer geen echt refrein. Dat is ergens wel opvallend, maar ook wel weer prettig omdat Shields anders misschien weer té voorspelbaar zou worden. En dat is niet het geval. Ook in White Embers laat Shields het refrein achterwege, maar hier zou een fris refrein ook niet passen. Het karakter in White Embers is zwaar en heeft een hele diepe grunt, wat bij elkaar genoeg is om te overtuigen.
Naarmate het album vordert blijkt dat Shields ook relatief rustigere composities heeft opgenomen. Sibling heeft wel een sterke zangkant, maar is over het algemeen best rustig. Hoewel langzaam misschien beter op zijn plaats is. Een mooi tussenstuk biedt rust en biedt een kleine adempauze.
Zo is Life In Exile een leuk album van een leuke metalcoreband die met sterke composities voor de dag komt. Toch heb ik ergens het gevoel dat Shields in het algemeen nog iets mist. De composities zijn pakkend, spreken aan, maar blijven niet echt hangen en dat vind ik zelf erg zonde. Ik zou graag toch wat meer composities als In The Grey hebben, want juist deze compositie heeft die eigenschap wel. Een eigenschap waardoor de melodie niet alleen aanspreekt en verblijdt, maar ook blijft hangen. Ik denk dat Shields het wel in zich heeft om daar een goed vervolg aan te geven.