Zelf hoor ik in Won’t Go Down een geluid terug dat ik bij de Foo Fighters ook herken. Zo’n heerlijk raggende gitaar in de stevige tussenstukken. De gitaar is over de hele linie trouwens een belangrijke factor in het geluid van deze Tilburgse band. Als ritme-instrument, maar zeker ook in de gitaarsolo’s zoals in Over My Dead Body. Over My Dead Body is trouwens wel kenmerkend voor het album. De combinatie van rustige en stevige stukken klinkt goed en zorgt voor een bepaalde dimensie in de nummers waardoor je als luisteraar geboeid blijft luisteren. Ook in Spiral, het poppy Walk It Off en Come Undone word je regelmatig even op het verkeerde been gezet door een verrassende wending; juist op de momenten dat je het nummer lijkt te doorgronden. In Walk It Off wordt deze wending gebruikt om een flinke gitaarmuur op te bouwen en er stevig tegenaan te gaan. Helaas is de band me halverwege het album wel even kwijt. At Wits’ End, Limits Of Love en Solace vallen mij bij in de categorie ‘kabbelnummertjes’ en daar zit ik na het stevige begin van het album even niet op te wachten. Daarbij is de zang in opener Blessing In Disguise in de refreinen niet even lekker om aan te horen. Iets dat later op het album trouwens niet meer van toepassing is. Aan het slot van het album is het in Undertow even instrumentaal genieten. En dat is toch wel weer een dik pluspunt omdat instrumentale nummers toch moeilijk zijn in een ‘vluchtige’ maatschappij. Undertow is fraai opgebouwd en blijft van begin tot eind boeien.
12 november lanceert Shoulders Of Giants dit debuut in 013 en zijn daarna nog elders te zien in Nederland.