Een beetje onder de radar is Simon McBride aan een gedegen carrière aan het werken, met als voorlopig hoogtepunt zijn rol als tijdelijke vervanger van Steve Morse bij Deep Purple. Maar toen dat bekend werd stond ook al zijn vijfde soloalbum op de planning, The Fighter.
Die vervanging van Steve Morse zal overigens niet heel veel voeten in de aarde gehad hebben, want McBride zit al jaren in de soloband van toetsenist Don Airey en heeft met die band ook Ian Gillan begeleid. Ze wisten dus al dat McBride, die als zestienjarige al in gerenommeerde bands speelde en die ook al eens de opvolger was van Micky Moody in Snakecharmer, een gitarist was die het materiaal aankon. Zowel Airey als Gillan spelen immers ook Purple-materiaal in hun solosets. McBride’s solowerk is overigens wel in een andere stijl, hij is toch eerder een bluesrocker met hardrockneigingen dan andersom.
Opener Don’t Dare is wel representatief voor de rest van het album. Een prima compositie, met smakelijk, stevig ingemixt gitaarwerk. Eigenlijk wel een beetje wat we de laatste jaren horen van Bernie Marsden, de man die samen met voornoemde Micky Moody ooit de gitaartandem van Whitesnake vormde. Het navolgende Show Me How To Love laat horen dat McBride een net wat betere zanger is dan de gemiddelde bluesrocker. Vaak is de zang toch een beetje het sluitstuk in dit genre. McBride doet echter op momenten wel aan Thunder’s Danny Bowes denken.
McBride doet nergens verwoede pogingen om hip te zijn. In de jaren zeventig en tachtig ontstond met bands als Whitesnake een stijl waarin heavy rock een flinke portie Britse bluesrock geïnjecteerd kreeg en McBride past in die traditie. De songs zijn goed opgebouwd, maar de schoonheid zit ‘m vooral in de uitvoeringen. De gitaar ver naar voren in het geluidsbeeld met gierende solo’s waar dat past, zoals in Kingdom en King Of The Hill, maar op andere momenten – vooral in ingetogener tracks als Trouble – juist met subtiele accenten.
De Britse muziekpers is er vrij goed in om iedere keer weer de nieuwste hype te omarmen en die twee jaar later weer net zo makkelijk te laten vallen. Ondanks dat McBride á la Joe Bonamassa al heel vroeg werd ontdekt is die hype aan hem voorbij gegaan. Gelukkig maar, want nu heeft hij het vak van muzikant geleerd, zowel op eigen benen als in bands met oude rotten. Op The Fighter hoor je dat dat zijn vruchten heeft afgeworpen.
The Fighter is een stijlvast, uitgebalanceerd en prima uitgevoerd bluesrockalbum geworden. Qua stijl een paar decennia te laat om groot door te breken, maar dat McBride een blijvertje zal zijn op de rockpodia daar hoeft niemand meer over te twijfelen.