SJ Hoffman – The Long Now

Op de leeftijd van 43 nog debuteren in de muziek, het gebeurt zelden. Die eer valt te beurt aan de Belg Steven Borgerhoff, de helft van het uitgeversduo Borgerhoff & Lamberigts. Als uitgever van boeken mikt hij o.m. op de wereld van pop- en rockliefhebbers, met boeken over o.m. Gers Pardoel, Jacques Brel, Stromae en George Harrison. Dat maakt van hem misschien nog geen kenner, maar het toont toch al een gezonde interesse in de muziek.
Deze succesvolle bedrijfsleider was lange tijd veel minder overtuigd van zijn eigen talent als songschrijver, muzikant en zanger. Hij sloot zich wel elke dag, na het werk, een paar uur op in zijn homestudio en nam dan telkens één of twee songs op. Die hij vervolgens aan niemand liet horen. Alle materiaal bleef achter slot en grendel, zelfs voor zijn echtgenote. Die Vlaamse bescheidenheid toch. Tot Borgerhoff bij een optreden voor een select publiek van Noel Gallagher’s High Flying Birds samen een sigaretje opsteekt met Mikey Rowe, toetsenist van Gallagher. En dan toch verklapt dat hij ook wel eens een song schrijft.
Die ontmoeting zet een hele machine in beweging en daardoor lezen jullie deze review van The Long Now, het debuutalbum van SJ Hoffman, het pseudoniem dat Borgerhoff zichzelf cadeau gaf. Om maar meteen enkele referenties prijs te geven: The National, Strand Of Oaks en The War On Drugs. Dat dan voor zowat de helft van het album. Er zijn ook een pak tragere, fluisterende tracks die mij doen denken aan Agnes Obel, Lou Reed en Leonard Cohen, maar vooral aan de rustige stukken van Spirit Of Eden, het album waarmee de Britse popband Talk Talk in 1988 commercieel zelfmoord pleegde en dat pas later echt opgepikt en (terecht) hard gewaardeerd werd door muziekliefhebbers.
Aan dat album refereert SJ Hoffman openlijk in openingstrack Again (Spirit Of Eden), met niet enkel de verwijzing in de titel, maar ook met het slepende tempo, de ingenieuze productie en de ingehouden vocalen zoals bij de band van Mark Hollis in 1988. Alleen jammer dat Hoffman niet ook al eens vocaal durft uithalen zoals Hollis toen. Daarvoor moeten we waarschijnlijk wachten tot een volgend album, want ik vermoed dat die Vlaamse bescheidenheid daarvoor nog wat in de  weg staat. Hoffman/Borgerhoff heeft nochtans een bijna fluwelen donkerblauwe zangstem en die wordt met veel respect mooi vooraan in de mix gedropt. Naar het einde van Again krijgen we dan al een eerste keer dat War On Drugs-gitaargeluid. Die band zal nog een paar keer terugkeren in deze review, maar SJ Hoffman slaagt erin om daar nog een heel eigen twist aan te geven.
De muziek is geheel van SJ Hoffman zelf, de teksten schreef hij samen met Joe Hamill, de frontman van de Britse band Cattle & Cane. Er kwam nog meer interessant volk helpen op dit debuut: Mikey Rowe uiteraard, maar ook producer Luuk Cox (Racoon, Shameboy, …), drummer Arnout Hellofs (Drive Like Maria), Sebastian Leye (Slow Pilot) en Neeka. Vooral Neeka legt heel welkome accenten met haar backing vocals.
Falling is de meest rockende track, maar verwacht geen wild gierende gitaren en eindeloze solo’s. Wel mooi in laagjes opgebouwde mood-rock. The National en The War On Drugs, maar dan met piano erbij. Darkness is één van die tracks waarop SJ Hoffman schippert tussen praten en zingen, wat elk woord nog wat extra authenticiteit en karakter geeft. Halfweg het nummer begint hier wel een knappe gitaarsolo, waarvoor je moet denken aan de klanken van wijlen James Wilsey op Blue Hotel van Chris Isaak. Hold Your Heart begint eveneens met wat parlando, maar gaat over in zacht zingen, met een hoofdrol voor die diepblauwe stem van Hoffman. Het is één van de vrolijkst klinkende pop-tracks op dit album, dat als geheel toch een ietwat donker-melancholisch randje heeft. Vooral muzikaal dan, want in de lyrics zit vooral liefde en hoop.
Blow Away begint een beetje lui om dan open te bloeien tot een licht-psychedelische popsong. Veruit de donkerste track op The Long Now is The Night Will Break Your Heart. Deze begint opnieuw met een lang stuk gesproken tekst, om af te sluiten met een hartig piano-momentje. No Excuse en Shine A LIght zijn heerlijke softrock met opnieuw die War On Drugs-twang die alles wat schwung geeft. Het album sluit af met Gold, waarop ik vaag wat echo’s van de Velvet Underground hoor. Had iemand verteld dat dit een lost tape van Lou Reed is, je neemt het meteen voor waar aan.
Dit is een heerlijk album. Je voelt ook dat er nog rek zit op het talent van Borgerhoff. Als hij met dit team nog eens in de archieven van zijn homestudio duikt en nog net iets meer lef toont, man, dan ga je wat horen.

 
 

 
 
 

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer