Je hebt allemaal wel eens een reis gemaakt waar de omringende schoonheid continu je zicht verwende. Een omgeving waar je continu allerlei mooie dingen weet te ontdekken en wanneer je denkt dat het niet beter kan, blijkt dat je voorbij de bocht in een nieuw landschap terechtkomt, waar je weer je ogen uit kunt kijken en je nederig en bescheiden je gelukkig waant dat je dit allemaal mag meemaken.
Dit is vergelijkbaar met mijn reis die ik, sinds het album Cognitive in 2012, maak in de landschappen die Soen me muzikaal voorschotelt. Natuurlijk ben ik toentertijd getriggerd door de advertentie waarin stond: Martin Lopez – ex-Opethdrummer. Dit gegeven bleek en blijkt slechts een aanzet te zijn geweest tot mijn muzikale reis waarin het Zweedse Soen heeft bewezen dat ze niemand of niets nodig hebben om gewoon meesterwerkjes neer te zetten.
Met het vijfde album Imperial voegen ze er daar nog een meesterwerk aan toe. Opgenomen in deze pandemieperiode heeft de band de gelegenheid en tijd, (helaas) niet onderbroken door het spelen van liveshows, genomen om alles uit de composities te halen. Het vijfde album is tevens het eerste album met bassist Oleksii “Zlatoyar” Kobel die Stefan Stenberg opvolgde eind vorig jaar.
Lumerian hakt er meteen goed in met een lekkere riff. Het serene stemgeluid van Joel Ekelöf brengt rust en evenwicht in een compositie die strak doch rustig opgebouwd wordt. In het refrein neemt een innemende kracht toe en wordt het emotielevel aardig opgevoerd. Het daaropvolgende couplet krijgt een krachtiger vervolg waarin Cody Ford en Lard Enok Ahlund de riff er strak inzetten. Het geheel ontwikkelt zich verder als een lavacake. Eenmaal open gebarsten laat de zachte muzikale emulsie zich zien en horen.
Soms heeft een compositie ook niet meer nodig dan een lekker ritme in een toegankelijke progsetting. Deceiver is zo’n compositie die je meteen meezingt/-speelt en tot de verbeelding spreekt. .
Monarch is melancholiek ten top met de gevoelige snaar die Soen keer op keer weet te raken, daarbij altijd een precair evenwicht tussen kracht en passie behoudend. De compositie is daarbij verrijkt met een heerlijke gitaarsolo die naadloos in het geheel is ingepast.
Ten aanzien van het vorige album Lotus ligt de muziek bij de compositie Illusion heel erg op het titelnummer Lotus, maar is dan ook minstens even schoon. Daarmee klinkt Illusion heel vertrouwd en is het alsof je een oude en goede vriend na verloop van tijd weer tegen komt. Met wat kleine Floyd-elementen presenteert Soen zich hier met de laatste single tot een sterspeler in de eredivisie van de prog.
Het meer krachtige proggeluid van Soen komt zeker tot zijn recht in de single Antagonist. Een dikke riff vormt een stabiele basis voor de compositie die verder ondersteund wordt door de ritmesectie. Martin Lopez is hier zeker een drijvende factor in het voortstuwende ritme waarop Joel zijn stembanden laat resoneren. Zeker in de tweede helft van de compositie plaveit hij met zijn (tribal) ritme de weg voor een innemende gitaarsolo en passievolle zangmomenten.
Modesty heeft dan toch weer een andere en verrassende inslag en bijzonder karakter, terwijl de smaak van Soen in alle facetten toch aanwezig is. Het staat bol van de emotie en de melancholiek is nagenoeg voelbaar bij het beluisteren van Modesty.
Uit een ander vaatje wordt dan weer bij Dissident getapt. Een sterke drumpartij geeft het geheel dat licht onregelmatig is neergezet steeds weer die duw in de rug. Op een gegeven moment neemt het gitaarduo met een riff die dwars ligt de overhand maar laat zich toch weer meeslepen in de flow van het ritme. En dan zijn er nog geen twee minuten gepasseerd op de teller. De rest is een aaneenschakelijk van de meervoudige ritmes en melodieën tot er een moment van sereniteit bezit neemt van de compositie en slechts de zang van Joel en de toetsen van Lars in een ultieme gevoelssetting een weergaloze sfeer neerzetten waarin stilte ook een moment van muziek blijkt te zijn. Martin neemt daarna weer het voortouw met een ingetogen drumpartij die uiteindelijk toch weer onwillekeurig naar een muzikale eruptie leidt.
Helemaal opgeslokt in een soort gevoelsbubbel verwent Soen iedereen met Fortune nog even op een toetje. Het tempo ligt laag en door het gebruik van strijkers krijgt ook de afsluiter van het album zoveel meer lading mee.
Ook met het vijfde album weet Soen me te treffen. Is het de sfeer, de aanpak of de emotie die aanspreekt. Ik weet het niet, maar ik weet wel dat ook Imperial een meesterwerk is waar ze verdomde trots op mogen zijn. Imperial is te vergelijken als een ster waarin de diverse uiteinden verbonden worden door een stralende kern. Het zorgt voor evenwicht, voor kleine uitstapjes maar vooral voor een melancholische ervaring. Helaas heeft de band de tour van dit voorjaar uit moeten stellen, maar begin volgend jaar raad ik je ten zeerste aan om na het duizend keer beluisteren van dit album, de heren ook live te aanschouwen.
Soen – Imperial
414
vorig bericht