Begin november kwam via Spinefarm Records het langverwachte album Tellurain van de band Soen uit. Na het debuut Cognitive was ik zeer benieuwd of de band het geluid, maar vooral ook het gevoel van de debuutcd zou weten te evenaren, misschien zelfs te overtreffen. Dat is bijzonder goed gelukt en Tellurian behoort in 2014 tot de betere albums die uit zijn gekomen. Over Tellurian spreek ik met Joël Ekelöf, de zanger van Soen, via de telefoon.
Hallo Joël. Ik moet zeggen dat het na het uitbrengen van Cognitieve nogal stil is geworden in Nederland rond Soen. Wat is er allemaal gebeurd in die tijd?
Joël: Eigenlijk hebben we het best druk gehad in de periode tussen Cognitive en Tellurian. We hebben, als ik even nadenk, helaas niet in Nederland opgetreden, maar we hebben in de herfst wel een kleine tour gedaan met Paradise Lost en een wat kortere tour in Finland. Een echte tour mag je het niet helemaal noemen, want het waren maar een paar optredens. Maar…Nederland hebben we niet aangedaan. In de tussentijd zijn we ook begonnen met het schrijven van nieuwe nummers voor het album Tellurian.
Bracht het succes van Cognitive een bepaalde spanning met zich mee toen jullie gingen schrijven?
Joël: Nee, er was niet meer spanning dan voorheen. Cognitive was ons debuutalbum en we vonden wel dat we het op Tellurian beter moesten doen. De mogelijkheden en de tijd waren aanwezig, dus we zijn aan de slag gegaan. Zoals gezegd was er niet meer spanning dan bij het schrijven van de nummers voor Cognitive. Er is altijd spanning, maar we wilden gewoon doen waar we toe in staat waren. Muziek schrijven en maken is een creatief proces en het is bijna onmogelijk om dat te forceren. Spanning of geen spanning.
Hoe gaat dat dan in zijn werk bij Soen?
Joël: We hebben onze eigen manier van schrijven en dat begint met het muzikaal vormgeven van de kaders van de compositie. Dat ‘skelet’ komt weer voort uit ideeën die uit de band naar voren komen. Daarna beginnen we de melodielijnen en de zangpartijen er aan toe te voegen.
Mag ik het schrijven bij jullie vergelijken met het bouwen van een huis waar eerst de muren worden neergezet om daarna de verdere inrichting uit te werken?
Joël: Nou, weet je dat is niet eens zo’n slechte vergelijking. Vaak werkt het wel zo, maar soms kan het ook een berg puin zijn waarvan we starten.
Je vertelt dat de melodielijnen en zangpartijen later worden ingevoegd. Ik ben ook op Tellurian verbaasd over de prachtige atmosfeer in de nummers?
Joël: Bij het schrijven van de nummers praten we heel veel over de ideeen die naar voren komen en op de een of andere manier zien we altijd beelden bij het praten. Wanneer we die beelden beschrijven hebben we weer wat om over te praten en dat is een beetje het proces bij Soen. Een goede atmosfeer is wel belangrijk. We praten dan over muziek al was het een oceaan of een vlinder die voorbij vliegt.
Is natuur een belangrijk element in jullie gesprekken?
Joël: Daar moet ik even over nadenken. Je bent eigenlijk ook de eerste die mij die vraag stelt. Wanneer ik erover nadenk zijn we natuurlijk geïnspireerd door de natuur, maar dan meer in uitersten van de oceaan en de woestijn. Daarnaast worden we ook getriggerd door industriele geluiden of zelfs door motorzagen. Een aantal nummers grijpen echter wel terug naar de natuur. Wat niet betekent dat we met z’n allen met een fluit door het bos heen rennen (haha).
Veel composities op Tellurian zijn vrij lang. Is het makkelijker om langere nummers te schrijven?
Joël: We werken niet expres om lange nummers te schrijven. We zijn echter geen popband die korte liedjes schrijft. We zijn een rockband en misschien is een kort nummer wel een nieuwe uitdaging voor ons. Soen speelt ook progressieve rock en de stijl vraagt ook wel een beetje om langere nummers. We schrijven ook niet voor de massa, maar juist voor die mensen die moeite doen om naar muziek te luisteren. Mensen die geduld hebben, die ambitieus zijn en van muziek houden.
In de biografie staat ook dat het niet voor de gewone ‘luisteraar’ is en dat het album het beste te beluisteren is met een koptelefoon op?
Joël: Heb ik dat gezegd?
Dat staat er niet bij.
Joël: Door je even helemaal af te zonderen en aandacht te schenken aan de muziek, komt deze ook het beste tot zijn recht. Als luisteraar moet je de muziek ervaren. En nogmaals het is progressieve muziek, hoewel ik er niet zo van houd om onze muziek een label op de plakken. Dat is me om het even.
Heel toevallig heeft de Zwitserse band Maxxwel een album uitgebracht met de titel Tabula Rasa. Ook een titel van een nummer op Tellurian. Waar gaat het over?
Joël: Het nummer heeft niet zo’n heel grote boodschap. Het gaat erover dat je in staat bent om dingen te veranderen, om even helemaal opnieuw te beginnen. Het gaat over een nieuw begin en het wissen van je verleden. We moeten de dingen in het leven niet altijd als vanzelfsprekend ervaren en het idee hebben dat je zelf dingen kunt veranderen.
Een ander mooi nummer is The Words. Eigenlijk is het jouw stem begeleid door wat gitaarakkoorden. Is het moeilijk om zo’n nummer te zingen?
Joël: In sommige opzichten wel, maar in veel opzichten ook weer niet. Het melancholische en de expressie die in de zangpartij ligt is vrij natuurlijk bij mij aanwezig. Wanneer ik in de studio ga, vind ik het belangrijk dat de expressie die je voelt ook het nummer insluipt. Maar hoewel de zangstijl vrij natuurlijk is voor mij, is het wel belangrijk dat het werkt en daarom stel ik wel hoge verwachtingen aan mezelf
Lukt het dan ook altijd om het gevoel in een nummer te krijgen bij het opnemen?
Joël: Eigenlijk is het heel makkelijk. Lukt het niet, dan werkt het ook niet. Meestal is het echter geen enkel probleem. Sommige nummers neem je dan ook in één keer op en aan sommige nummers moet je wel eens wat dagen sleutelen. Het blijft gewoon hard werken. Zingen is meer dan wat noten aan elkaar zingen, maar je voelt het helemaal wanneer het goed is.
Werk je hard om je stem in conditie te houden?
Joël: Ik moet zeggen van niet. Natuurlijk rook ik niet, want dat is heel slecht voor je stem, maar echt veel meer doe ik er niet voor.
De nummers Koniskas en Void zijn minder complex dan de andere nummers op het album. Wegen jullie af hoeveel complexe, zware nummers en hoeveel lichtere, minder complexe nummers er op een album komen?
Joël: We maken nummers die goed voelen. We denken vooraf niet van “oh, we moeten nog even een rustig nummer schrijven”. Een nummer moet gaan leven en ook bij het luisteren moet je iedere keer weer worden verrast door details in de nummers. We schrijven niet alleen maar technische hoogstaande nummers, het moet vooral gevoel uitstralen, het gaat om de verfijning. Toevallig zijn de nummers divers van aard, maar dat is ook wel logisch. Na een hard, stevig nummer heb je wel eens behoefte aan een wat rustiger nummer. We denken niet in evenwicht van stijlen, wel in evenwicht van de atmosfeer. Daarbij gaat het daar ook altijd om de relativiteit. Rustig wordt extra rustig door de kracht ergens anders. Zwart is ook zwarter naast een wit vlak.
Voor Tellurian hebben jullie een andere bassist. Hoe is dat zo gegaan?
Joël: We hebben Cognitive opgenomen met Steve DiGiorgio en dat ging wel goed, maar Steve woont in Californië en wij in Stockholm. We zouden met de huidige technische communicatiemiddelen wel gewoon verder kunnen gaan, maar voor Soen is het ook belangrijk dat je elkaar in levende lijve tegenkomt tijdens het spelen in de studio. Het is ontzettend moeilijk om juist het gevoel in de nummers te bewerkstelligen via het internet. We kenden Stefan hier van de ‘scene’. Je moet weten, uiteindelijk is het een klein wereldje, waar je elkaar al gauw kent. Stefan is geweldig en ik denk dat niemand anders de baspartijen had kunnen spelen zoals hij het heeft gedaan. Stefan heeft weer een nieuwe manier van expressie mee genomen en diverse mensen vinden het geweldig.
Nu we het toch over de band hebben. Joakim heeft het album geproduceerd. Hadden jullie geen behoefte aan iemand van buitenaf?
Joël: Joakim is gewoon erg goed als producer. Hij zou ook andere band goed kunnen produceren. We wilden allemaal dat Joakim deze klus zou klaren. We hadden de mogelijkheden en de gelegenheid. Voor het mixgedeelte zochten we wel iemand die de muziek vers te horen zou krijgen. David Bottrill is een geweldige vent die ook het mixgedeelte voor Cognitive heeft gedaan. We hebben er allemaal van genoten en hij wilde ook graag Tellurian mixen. Hij heeft het met zijn hart gedaan.
Jullie drummer Martin Lopez heeft ook gedrumd bij Amon Amarth en Opeth. Heb je daar voor- of nadeel van?
Joël: Dat is niet altijd helemaal duidelijk. Bij Cognitive waren we nog geen grote naam. Sommigen noemden ons wel een supergroep, maar we stonden pas aan het begin. In het begin werd je juist door de naam van Martin in een hoek gedrukt en dan is het een vloek, maar anderen gaven Soen een kans juist omdat ook Martin erin zat en dat bood weer perspectieven. Nu is dat helemaal niet meer van toepassing. Soen is een lange-termijn-band en we hebben onze sporen al wel een beetje verdiend en mensen willen nu gewoon de band Soen. We focussen ons ook helemaal op de band.
Betekent dat dat jouw band Willowtree niet meer actief is?
Joël: Ja, dat klopt. Een aantal jaar geleden is dat gestopt. Ik had het een aantal jaar gedaan maar het vraagt wel wat toewijding om in een band te spelen. Ik wil me kunnen focussen op één band en dat is Soen.
Is er wel verschil qua zingen tussen beide bands?
Joël: Ja, dat verschil is er wel. Van nature heb ik wel genoeg expressie in mijn stem maar de nummers de opbouw en de ritmes zijn heel anders. Bij Soen is dat meer delicaat en meer complex. In de tussentijd is mijn stem natuurlijk ook gevormd. Ook mijn stemgeluid is niet statisch en is constant in ontwikkeling. Dat gaat vanzelf naarmate je ouder wordt en meer ervaring hebt. In Soen kan ik ook meer melancholie kwijt. Niemand stopte me daarin. Sterker nog. Ik werd juist aangemoedigd in mijn manier van zingen. Bij Willowtree lag dat iets anders. Dat hoort ook bij je ontwikkeling. Je vindt volgens mij ook meer ervaren en ‘oudere’ muzikanten in bands die progressieve rock spelen. In een popband kun je knallen op de je zeventiende. In progressieve rockbands zitten toch rijpere muzikanten met een langere adem.
Wil ik het tot slot nog even hebben over het artwork van de cd. Die is opmerkelijk. Wat is de relatie tussen het album en het artwork.
Joël: Het is een bijzonder stukje kunst dat is zeker waar. Toen we bezig waren met Tellurian kwamen we een schilderij tegen van deze kunstenaar en we wisten meteen dat we deze kunstenaar wilden vragen voor het artwork. Het schilderij is bijna surrealistisch. Op een bepaalde manier is het heel mooi, maar ook weer niet. Het straalt gevoel uit, maar zeker ook een mate van verdriet. De neushoorn die mensen nuttigt is ook wel weer absurd. We zijn ook onderdeel van de natuur en dat is ook wel weer de pracht van het schilderij.
Na dit prettige gesprek had ik sterk de behoefte om de nummers van Soen weer eens af te spelen. De schoonheid en het gevoel van de nummers kregen juist een extra lading. Mocht je zelf Telluria nog niet hebben gehoord, dan is het toch hoog tijd, voordat ze heel misschien volgend jaar wel naar Nederland komen voor een optreden.
Soen (Joël Ekelöf) – Evenwicht en melancholie
430
vorig bericht