Star One – Revel In Time

Het laatste Ayreonalbum Transitus werd toch wel gematigd positief ontvangen. Het gehele project zou als film gepresenteerd moeten worden, zo was het idee, maar kwam alleen op audio uit. Dat zou de reden kunnen zijn, dat niet iedereen (dol)enthousiast was met dit Ayreon-album. Meteen kreeg Arjen Anthony Lucassen het idee dat het volgende album weer moest knallen en zodoende kwam hij uit bij Star One. Je zou bijna kunnen zeggen: de zwaardere broer van Ayreon. In elf nieuwe composities laat Arjen horen dat er inderdaad geknald kan worden op dit derde album van Star One.
Hoewel de basis bij Star One ligt bij vier zangers, bleek dit door de coronamaatregelen niet toepasbaar en koos Arjen ervoor om met verschillende zangers te werken (zie ook het interview met Arjen op onze site). Nadat de muziek klaar was, werd er gezocht naar films die het begrip tijd als thema hadden en werden de teksten hierop gebaseerd.
Revel In Time gaat krachtig van start met Fate Of Man waaraan Brittney Slayes haar stembanden mocht lenen. Het is allemaal krachtig en toegankelijk met als rode draad een herkenbaar refrein. Ed Warby laat zijn drumkit steunen en kreunen in het voortstuwende drumwerk dat onophoudelijk de vaart erin houdt. Na vier minuten krijgen we een vette katalysator door het gitaarspel van Michael Romeo. Van Fate Of Man is het een kleine stap naar 28 Days (Till The End Of Time) op het album, maar qua karakter verschilt het nogal. Donker, onheilspellend en traag wordt de toon gezet en het stemgeluid van Russell Allen past hier mooi bij. Ook wanneer de ‘rust’ valt en de zang van Russell centraal staat met slechts minimale muzikale begeleiding blijft de spanning bestaan om van daaruit weer aan kracht te winnen en Timo Somers, ingeleid door een mooi basgeluid, zijn solo kan volbrengen. Vanaf dat moment gaat het tempo omhoog en weet Arjen een groove neer te zetten waar ik ontzettend blij van wordt en waar hij zo goed in is. Naar het einde keert de rust weer licht terug en overtuigt Russell alvorens de compositie in stijl en stevig wordt afgesloten. De wisseling van stijl en ritme geeft de compositie net dat extra dat je wilt horen.

Het speelse toetsenspel waarmee Prescient refereert dan weer naar het geluid van Ayreon en incidenteel naar het solo-album van Arjen. De meest proggy-compositie wordt natuurlijk van vocalen voorzien door Michael Mills en Ross Jennings. Het spel met zangritmes, wederom ingeleid door de keyboardklanken, en met twee zangers voelt heel proggy aan en ook verderop zijn de één-tweetjes in ritme verantwoordelijk voor dit gevoel. Ook hier zorgt de veelzijdigheid in karakter ervoor dat je op het puntje van je stoel blijft zitten om maar niets te missen.
Dat Arjen zich veelal laat inspireren door de oude (oldschool) hardrock komt sterk naar voren in Back From The Past waarin Jeff Scott Soto met zijn warme stemgeluid precies die toon weet te zetten die erbij past. Hij wordt bijgestaan door Marcela Bovio en Irene Jansen. In alles gaan we vijf decennia terug in tijd qua gevoel en stijl, die doet denken aan Deep Purple en misschien nog wel meer naar Rainbow. Ron Bumblefoot Thal weert zijn gitaarspel er mooi in te passen. Enigszins druk lijmt hij de stukken aan elkaar waarbij het sterke refrein als een boemerang steeds terugkomt.
Wanneer we het over een vette groove hebben, komen we vanzelf ook uit bij Revel In Time. Zanger Brandon Yeagley bijt de spits af, maar wordt al gauw bijgestaan door Arjen en Adrian Vandenberg die zwaar en vol ondersteuning bieden aan het passende stemgeluid en gitaartechnisch Jimmy Page benaderen in het spel. Hoewel er veel gebeurt in de compositie weet Arjen de compositie gemakkelijk te houden en vervalt hij niet in complex muziekspel. Dat brengt met zich mee dat juist deze compositie zich in je hoofd nestelt als een prettige microbe die je gelukzalig lastig valt.

Gitarist Joel Hoekstra en toetsenist en Jens Johansson zetten de toon in The Year Of ’41 een spreiden het bedje voor Joe Lynn Turner die verbazingwekkend goed zijn partij neerzet. Het gevoel van kracht en onaantastbaarheid blijft bij mij aanwezig bij het beluisteren van deze compositie. De ritmesectie is opzwepend en Ed Warby leeft zich hier even lekker helemaal uit. De achtergrondzang van Marcela en Irene bieden een mooi evenwicht door de heldere en hoge zang.
Vanuit het basiskamp van Star One is Russell Allen al langs geweest en doet Damain Wilson zijn entree in Bridge Of Life. Aanvankelijk ligt er een heavy basis totdat de lucht zich openbaart en Damian in de straal zonlicht zijn wat breekbare zangmelodie aanvangt. Dit past helemaal bij hem, maar hij is de zanger die kan ontroeren, en daarnaast over een krachtig timbre beschikt en het is dan ook niet verwonderlijk dat hij in de zwaardere stukken fier overeind blijft. Zijn hypnotiserende stemgeluid neemt je mee en laat je niet meer los. En het is overbodig om te zeggen dat ook hier een megagroove in combinatie met de vrouwelijke zangstemmen het helemaal af maakt.
Dan is het de beurt aan basiszanger Dan Swano om in Today Is Yesterday te schitteren naast alle kwaliteit die Revel In Time al in zich heeft. Ook hier grijpt Arjen terug op de hardrock van weleer. Laten we zeggen de heavymetalkant ervan. Lisa Bella Donna leeft zich sterk uit op orgel en Marcel Singor doet een duit in het zakje met zijn gitaarspel. Al met al een lekkere compositie die, aangezien alles toch refereert aan een film, voor mij ook doet denken aan Sjakie en de chocoladefabriek, maar dat terzijde, want Sjakie grooved minder.
Nightwishnachtegaal Floor Jansen mag natuurlijk niet ontbreken op een album van Arjen. Ze hoort bij de fab 4 van Star One en het mag gerust gezegd worden dat Arjen de springplank is geweest voor Floor. Daarbij is ze natuurlijk enorm sterk qua zang en weet ze kracht en gevoel subtiel uit te dragen in haar zangpartijen. A Hand On The Clock past goed bij haar veelzijdigheid. De tweede helft van de compositie wordt voor een groot gedeelte bepaald door alleen muziek waarin Joost van den Broek een heerlijke Hammondsolo uit zijn hoed weet te toveren. Aan het slot van de compositie haalt iedereen, inclusief Floor, alles nog uit de kast voor een ‘helse’ afsluiting.
Gelukkig laat Arjen zichzelf ook niet onbetuigd met zijn gitaarspel in Beyond The Edge Of It All, waarin de zang door de kleine reus John Jaycee Cuijpers wordt verzorgd. Een dijk van een zanger die altijd weet te overtuigen. Hij straalt kracht en energie uit, zelfs in deze wat tragere compositie. De riffs van Arjen, de ritmesectie en zang zijn hier evenwichtig neergezet en hebben allen een grote rol.
Het album sluit af met de epische bombastische kraker Lost Children Of The Universe. Daarmee niet automatisch de beste compositie van het album, maar wel een zeer waardig slot. Ook Roy Khan heeft dat fingerspitzengefühl om zijn stem precies de toon te laten raken die het gevoel in de compositie nodig heeft. Mag Prescient de meest proggycompositie zijn op het album, ook deze compositie heeft elementen ervan in zich. De start doet enigszins denken aan The Theory Of Everything van Ayreon. De bijdrage van het Hellscore Choir geeft de compositie meer body en diepte en creëert daarmee een beeld van een rommelende vulkaan.  In de bijna tien minuten krijgt de luisteraar ook genoeg voor zijn kiezen. Ergens zou je balladachtige stukken vinden, maar ligt er ook een tribaldrum in de basis en wisselen stijlen en ritmes zich af waarin virtuoos Steve Vai ook nog eens acte de presence geeft.

66 minuten verder leun ik tevreden achterover. Niet bij de eerste luisterbeurt, maar dat heb ik nooit bij werk van Arjen. Het is gewoon te veel muziek om in één keer goed te doorgronden. Albums van Arjen zijn als zaadjes die in mij geplant worden en langzaam ontkiemen tot de groei niet meer te stoppen is. Maar op dat moment leun ik tevreden achterover. Arjen wilde knallen, met dit album en daar is hij heel goed in geslaagd. Het leuke, en bewonderenswaardige, vind ik de tweede cd die er is. Een cd waarop je het complete album terug kunt vinden met de oorspronkelijke (guide)  vocalen. Niet alleen staan ook deze versies stevig overeind, het is ook de waardering die hij hiermee uitspreekt naar deze kanjers. In alles een album dat me wederom trefzeker weet te pakken en ik onderga dat met heel veel plezier.

 
 
 
 

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer