Zoals Rossi in de pers al liet horen – en zoals op Down Down & Dirty Live At Wacken al te horen was – heeft de komst van gitarist Richie Malone en drummer Leon Cave de band nieuwe energie opgeleverd. Dat hoor je terug op Backbone. Het is nog steeds popmuziek op volume, maar zonder overal de stevige randjes weg te polijsten, zoals in het verleden regelmatig gebeurde. Nieuwe songs verdwenen de afgelopen decennia al vrij snel uit de liveset, maar volgens mij staan er hier een paar op die nog wel een tijdje zullen blijven.
Bij het schrijven van acht van de elf tracks is Francis Rossi betrokken geweest, met beurtelings toetsenist Andy Bown, bassist John “Rhino’ Edwards en schrijfpartner van het eerste uur Bob Young als co-componist. Dan is er nog Better Take Care, een track van John David (die sinds In The Army Now al vaker songs aanleverde) en zijn er twee tracks van de nieuwelingen in de band: Falling Off The World van drummer Leon Cave en Get Out Of My Head van gitarist Richie Malone, beide geslaagde songs. Er is ook een limited edition van het album met twee aardige extra songs, Crazy Crazy en Face The Music. Daarnaast zit er een live-cd bij, maar dat lijkt een selectie van de dubbel-live-cd The Last Of The Electrics uit 2017.
Laat je niet afschrikken door het begin. Ze hebben wel eens betere begintracks gehad dan Waiting For A Woman. Het is een beetje dertien in een dozijn, en vooral niet overdreven energiek. Dat wordt gelukkig daarna goedgemaakt met twee van de betere tracks op dit album, Cut Me Some Slack en Liberty Lane. Uiteindelijk blijkt Waiting For A Woman de minste track van het album. Alle songs zijn drie tot vier en een halve minuut lang, met een vertrouwde opbouw en uitwerking. I Wanna Run Away With You laat horen hoezeer Richie Malone zich de stijl van Rick Parfitt eigen heeft gemaakt. Parfitt had het zelf niet beter gekund. Ook erg opvallend: Get Out Of My Head, een lekker vlotte rocker, wordt ook door Malone gezongen en dat doet hij met verve.
Na een carrière van vijftig jaar wordt er nog steeds vergeleken met het tijdperk van de Frantic Four. Dat ga ik niet doen. De herstart met In The Army Now in 1986 betekende niet alleen een andere ritmesectie, maar ook een periode waarin Rossi’s popinvloeden steeds vaker de overhand kregen. Backbone hoort in dat rijtje vanaf 1986 bij de albums die net wat meer de rockhoek ingaan, zoals Under The Influence en Rock ’til You Drop. Dat zit ‘m vooral in de mix en niet zozeer in de songs. Logisch ook, want het blijft popmuziek op volume.
Zoals altijd bij Status Quo hoor je wendingen en passages die erg bekend klinken. Maar goed, AC/DC doet dat ook en daar klaagt ook niemand over. Status Quo heeft al vanaf de jaren zeventig een sound die alleen op details verandert en bovendien zijn Francis Rossi’s zang en gitaargeluid heel karakteristiek. Als vervolgens Malone niet van Rick Parfitt te onderscheiden blijkt is het niet gek dat je bij studioalbum nummer 33 niet ineens heel nieuwe elementen hoort.
Dat Status Quo met Backbone geen nieuwe fans zal winnen, weten ze zelf ook wel. De bestaande fans – en daarvan zijn er nog genoeg – zullen zich echter prima vermaken met een verse lading typische Quosongs. Deze fan verwacht Backbone de komende maanden in elk geval nog veel te draaien.
Update: The Last Of The Electrics blijkt uitsluitend opnamen van het concert in Londen te bevatten, de bonus-live-cd hier bevat opnamen uit Amsterdam, Zürich en Birmingham. Wie de boxset met alle vier de concerten heeft krijgt dus niets nieuws, wie alleen de officiële dubbelaar heeft wel.
Status Quo website