Stöner – Hittin’ The Bitch Switch

De studio albums van het trio Stöner gaan er in als koek. Wat wil je, met Brant Bjork en Nick Oliveri (allebei ex-Kyuss) en drummer Ryan Güt (van de solo band van Brant Bjork); die weten wel hoe je een stevige portie muziek in elkaar zet.

Met heel veel kunde en liefde hebben ze met hun Stöner werkstukken een mooie mix van hun voorbeelden Blue Oyster Cult, Kiss, Blue Cheer, Stooges en MC5, samengesmolten met hun Kyuss ervaring kunnen neerzetten. De liefde voor psychedelische jams kwam in de studio al naar boven, maar live biedt natuurlijk nog veel meer mogelijkheden. Een registratie van wat er dan kan gebeuren, krijgen we op dit album te horen (en had ik al eerder kunnen horen, maar daarover later meer).

Het geluid allereerst, lijkt echt behoorlijk live; geen heel erg opgepoetste sound, niet gekunsteld, ietwat slordig, maar heel direct, alsof je zelf bij het concert bent. De bas lekker flodderig en de zang bij vlagen behoorlijk langs de microfoon. De mindset van de mannen lijkt niet gericht op de perfecte uitvoering (daar is een band als Toto veel beter in), maar op uitbundig, expressief en gewoon lekker spelen.

De studio albums van Stöner worden hier thuis nog regelmatig opgezet, maar de eerder verschenen Live In The Mojave Desert plaat (met dezelfde nummers) was er ik op één of andere manier telkens misgelopen. Misschien ook een geluk bij een ongeluk; deze Hittin’ The Bitch Switch bevat naast de nummers van deze eerdere live plaat, nog een behoorlijk aantal andere nummers. Toch zal ik achteraf ook die eerdere plaat nog maar eens aan nadere luistersessies onderwerpen, want live is dit toch wel heel erg goed!

Een nummer als Rad Stays Rad lijkt helemaal geschreven voor de liveperformance. Dit is echt zo’n nummer dat je eigenlijk toch gewoon live moet horen; die fenomenale baslijn komt nu toch nog veel meer tot zijn recht dan op het studioalbum. Dit duidelijk jam-georiënteerde nummer heeft een heerlijk meesleurende drive. Dat hele “jamsfeertje” komt trouwens best goed tot zijn recht; ook Stand Down, op de debuutplaat ietwat veel kabbelend, maar nu met geweldige Hendrix-wah en voelbaar gepassioneerd, veel feller samenspel is een genot om naar te luisteren. Ach, eigenlijk zijn alle nummers zo in de live versies gewoon heel erg fijn luistervoer.

Een snelle Motörhead tribute cover, R.A.M.O.N.E.S, inclusief “one, two, three, four” wordt er ook nog even tussendoor gemikt. Ook al hebben de mannen met Stöner al een heel respectabel repertoire met twee albums en een EP vol met veel mooie muziek gemaakt, natuurlijk moeten er ook enkele Kyuss krakers gespeeld worden. De uitsmijters Gardena en Green Machine knallen dan ook als laatste nummers uit de speakers. Een heel lekker album, dat ik nog vaak zal draaien, denk ik zo.

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer