Home » Stuporous – Asylum’s Lament

Stuporous – Asylum’s Lament

door Jordy Weustenraad
1,5K views 3 minuten leestijd

Onder de noemer Zwotte Kring zijn reeds enkele duistere enigma’s herrezen en het collectief koestert geen intentie tot terughoudendheid. Stuporous, de nieuwste aanwinst van deze gemeenschap, wordt gevormd door instrumentalist Floris Velthuis, blazer Izzy Op de Beeck en vocalist Devi Hisgen. Het trio draagt aanzienlijke ervaring binnen deze muzikale sferen met zich mee, wat -mede door de uitgave van drie singles- de verwachtingen voor dit Nederlands/Belgische project aanzienlijk doet stijgen. Het debuutalbum Asylum’s Lament put inspiratie uit waargebeurde vertellingen en flirt met de duistere zijden van depressies en mentale stoornissen.

Vanaf de initiële tonen van Parasidious Preludium en Throne Of Madness worden we verwend met atmosferische passages en subtiel verweven toetsen, welke de sombere klanken perfect aanvullen. De instrumentaties voortbewegen zich bedaard en ongelofelijk gewichtig. De zang, pijnlijk en bijna schizofreen, draagt bij aan de narigheden die worden opgeroepen. Desperation overtuigt niet alleen met lage vocalen maar betovert ook met klassieke zang. Dit op riffs en sfeer gerichte stuk weet de luisteraar mee te slepen naar een nachtmerrie van wanhoop en verdriet, waarbij moeiteloos wordt geschakeld tussen melancholisch traag en snelle, rechtlijnige Black Metal.

Decorating The Willow Tree fungeerde als eerste kennismaking met dit ensemble en toont een zorgvuldige opbouw naar een groter geheel. Hoewel aanvankelijk voortvarend in de wateren van Doom Metal, transformeert het geleidelijk naar furieuze metal van het zwarte kaliber. Ondanks de sombere aard van zowel tekst als muziek, bezit dit stuk, mede door de blaasinstrumenten en toetsen, enige aanstekelijkheid. Daarnaast biedt Devi zijn vocale virtuositeit volledig aan, waarbij traditionele zang en uithalen in zowel hoge als lage regionen hoorbaar zijn.

Dit patroon herhaalt zich in Never Let Me Go, waarin de klanken niet alleen dieper en hoger resoneren, maar ook nog eens geschifter klinken. Het stuk roept associaties op met My Dying Bride, zij het gespeeld volgens eigen recept. Met een overvloed aan melodie en schurende riffs als basis, is het gemakkelijk om te verdrinken in de pijn en duisternis die hier worden geboden.

Tijdens de wonderschone piano-intro van Distorted Echoes wordt de luisteraar een moment van rust gegund. Hoewel de melodie het verdere verloop van het nummer beheerst, wordt al snel kracht bijgezet door middel van gitaar- en drumwerk. Distorted Echoes voelt aan als een zwarte semi-ballade en manifesteert zich als een hoogtepunt op dit album, voornamelijk vanwege de afwijkende structuur ten opzichte van de overige zes composities. Ondanks de duistere tekst weet dit stuk bijna schoonheid uit te stralen, wat het naar mijn mening een perfecte afsluiter maakt.

Echter, sluit het album af met The Voice That Made Me Do It, een tien minuten durende spektakelstuk dat het relaas vertelt van een vrouw die haar kinderen verliest, waarna ze zichzelf verliest in de destructieve omarming van alcohol en cocaïne. In een uitbarsting van woede valt ze met een schaar een ander individu aan. Doordat dit stuk alle elementen van de voorgaande tracks integreert, kan het worden beschouwd als de eindconclusie van Asylum’s Lament.

De vakkundigheid en ervaring van Izzy en Floris vertalen zich in composities van ongeëvenaard niveau, terwijl het werkveld van Devi een voedingsbodem vormt voor de indringende teksten van dit album. Dit debuut ademt oprechtheid, volledigheid en spontaniteit uit. Stuporous zal liefhebbers van Sear Bliss en Mournful Congregation bekoren, zonder ooit in imitatie te vervallen. Dit gezelschap presenteert een debuut van buitengewone kwaliteit, waarin het te allen tijde eigenzinnig en uniek blijft.

Kijk ook eens naar