Toen zanger Josh Muncke vanuit Nederland terugkeerde naar Australië, werd hij meteen geconfronteerd met de pandemie en de bijbehorende lockdown aldaar. Met zijn gitaar in de handen begon hij voor de lol wat te riffen. Gaandeweg werd hij boos op de situatie en hij besloot om hier een ‘boze’ compositie over te schrijven. Dat bleek het begin te zijn van Sugar Spine. De EP Mirror Talk was het resultaat.
Langzaam aan heeft Josh drie muzikanten om zich heen verzameld. Bassist Koen Vroom, drummer Tom Verstappen en gitarist Sietse de Krieger sloten zich bij deze eenmansformatie aan en namen het album Emerald op. Vooral de naam van Sietse de Krieger trok mijn aandacht, omdat deze veelzijdige gitarist/producer al furore wist te maken met Raven Called Sin, Crisis Theory en Wake Of Dawn.
De ‘boosheid’ is gebleven op het nieuwe album dat gezien kan worden als een ’10-track journey’. Antlers begint vrij ingetogen met alleen de heldere zang van Josh. Daar komt snel verandering en het blijkt allemaal een warming-up te zijn voor een muur van geluid die zich traag en onheilspellend ontluikt. Daarin de vurigheid in de zangpartijen met zich meenemend. Richting het eind verandert de sterke muzikale structuur in een stuk rust dat afwijkt van de rest maar onderhuids de spanning opvoert.
Met Jackal beweeft Sugar Spine zich richting de nu-metal en zouden liefhebbers van Slipknot wel een kriebeltje kunnen krijgen. Ook hier beperkt Sugar Spine zich niet tot een van begin tot eind raggende extase. Verrassende wendingen worden ingezet en er wordt zwaar ingezet met wat je voor het gemak een vette breakdown mag noemen. Dat kunstje zetten ze met succes ook in in Emerald. Emerald begint mierzoet en kraakhelder maar dit is slechts de stilte voor de storm. Ook hier laat Sugar Spine een veelzijdig geluid horen waarin de muzikale muur verder wordt opgebouwd en slechts geslecht lijkt te worden door een moddervette breakdown naar het einde toe.
Die invloeden van de nu-metal met een portie hardcore hoor je terug in The Light Of An Oncoming Train. Snel, bruut en toch melodieus heb je nog net de tijd om opzij te springen bij het langskomen van de metaltrein.
Wat kenmerkend genoemd mag worden bij de muziek van Sugar Spine is enerzijds de veelzijdigheid, maar anderzijds ook het goede gevoel voor groove. Luister maar eens naar Dogtooth (ft Dane Evans). Gebruik makend van allerhande genres is de groove de ultieme basis die uitmondt in een forse vertraging waarbij de groove nog dieper wordt aangezet. Langzaam werkend naar een deathcorekarakter. En dan is er weer de versnelling die teruggrijpt op de snelle basis.
Sugar Spine beweegt zich via de deathcore, de metalcore en de hardcore naar allerhande veelzijdigheid in de diverse composities om in Pseudo Panther invloeden uit de djent toe te voegen. De band laat horen niet voor één gat te zijn gevallen en bewijzen dat op een deathmetalmanier in With You Forever (ft Scott Kennedy).
Het mag eigenlijk geen verrassing heten dat de band het in Keratin Speed, Blossom Into Claws het over een geheel andere boeg gooit. De sfeer is prachtig. Josh laat zich van zijn zuiverste kant horen in de zangmelodie en de pulse is licht voelbaar in de zware basis. Een prachtig stuk muziek.
Die gevoelige kant krijgt nog een vervolg in Cursed With Patience, maar dat is de enige compositie waar de band me net niet warm voor krijgt. Je kunt het zien als een soort ballad, maar de zang past voor mijn gevoel niet bij de sfeer van de compositie. De refreinen zijn melodieus gezien goed, maar in de coupletten haak ik af.
Neemt niet weg dat Emerald met negen uitstekende en vurige composities een prachtig album is geworden. Bereid je wel voor op de veelzijdigheid van de band en de knipogen naar diverse genres. De passie, vurigheid en energie maken van Emerald een enorm sterk album.