Met het schaamrood op de kaken dien ik toe te geven Nick Cave nog nooit live te hebben aanschouwd. Sterker nog, zelfs geen muziek opgezet in huis. Onbewust ergens tegengegaan en altijd gewacht op dat ene juiste moment. Dat juiste moment bleek Sziget 2013! Excentriek ogend verschijnt de Hans Teeuwen look-a-like omstreeks half 10 met ‘zijn’ Bad Seeds op het podium. Wat aanvankelijk start met het rustige We No Who U R van het vorig jaar uitgebrachte album Push the Sky Away slaat richting het einde van het tweede nummer (Jubilee Street) helemaal om als From her to Eternity wordt ingezet. Ondersteund door een opzwepende en dreigende Bad Seeds slingert Nick Cave van de ene kant naar de andere kant van het podium, om vervolgens regelmatig het publiek in te duiken. Wat een begeleidingsband zijn de Bad Seeds! Warren Ellis bespeelt de viool non stop alsof zijn leven ervan af hangt, en gebruikt het instrument zelfs regelmatig alsof het een gitaar betreft. Thomas Wydler drumt de gehele set als een bezetene en pianist Conway Savage laat het podium zowat trillen door zijn instrument van links naar rechts te smijten. Via onder andere Love Letter, Higgs Boson Blues en Stagger Lee naderen we langzaam het einde van de set. Het melancholische We Real Cool sluit deze geweldige set met verve af. Dat de muziek niet voor iedereen is weggelegd heeft echter wel zijn doorslag in het aanwezige publiek, wat maar mondjesmaat is toegestroomd.
Op een klein stuk lopen ligt het D-Link Blues Stage, waar bij aankomst Varga Janos Project het aanwezige publiek probeert te imponeren. Helaas weten slechts weinig mensen deze nacht het podium te vinden, want de band moet het doen met slechts honderd toeschouwers. De naam project is niet voor niets gekozen zo blijkt. De instrumentale muziek draait in zijn geheel om frontman/gitarist Janos Varga, en in iets mindere mate om de violiste. Los daarvan vinden we enkele blazers, een drummer en volledig in metal kledij gestoken bassist. Het betreft een raar schouwspel. Hoewel de combinatie van rock, jazz en Arabische folk het aardig doet voor enkele nummers, wordt het na een tijd te veel een one man show en voegen de overige muzikanten weinig anders toe dan een stabiele basis. Leuk voor even.
Donderdag is zowaar nog warmer, 41 graden! Na een afkoelende ‘duik’ in het water van de Donau op Sziget Beach, en enkele Mojito’s in de aanwezige strandstoelen lopen we richting A38 stage waar Triggerfinger om half 5 gepland staat. Net voor de ‘deuren’ van de tent open gaan staan er al horden mensen te wachten om Belgisch rock monster te mogen aanschouwen. Ongeduldigheid is het sleutelwoord, want zodra de doorgang wordt geopend rennen honderden mensen als bezetene naar voor. Helaas dient er nog even gewacht te worden, want dankzij technische mankementen begint de band een half uur later dan gepland. De drie heren doen vervolgens wat we inmiddels gewend zijn: met behulp van een ijzersterke en strakke set de gehele tent op de kop zetten. De gruizige bluesrock knalt door de tent, terwijl de bezoeker vooraan voornamelijk tegen elkaar knalt. Met nummers als On My Knees, My Baby’s Got a Gun, en natuurlijk publiekslieveling I Follow Rivers, wordt het publiek getrakteerd op exact hetgeen ze wil horen.
Biffy Clyro mag de vandaag de pop/rock main stage afsluiten. Helaas voorziet de band niet in een even sterk optreden als de Nick Cave & the Bad Seeds de avond daarvoor. Ietwat kinderachtige overkomende nummers en een dito show tekenen voor het overgrote deel van de set. Richting het einde van de show lijkt de band iets meer volwassen en muzikaal sterker uit de verf te komen. Pyrotechnisch zorgen nog voor een leuke afleiding, maar helaas heeft inmiddels een groot deel van het publiek de band al links laten liggen, en blijkt het zodoende geen waardige afsluiter.