Muzikaal bouwt St. Demonius voort op Revenant en kenmerkt de muziek zich door een zware basis waarin het meeslepende stemgeluid van Ronny Hemlin voor het nodige gewicht zorgt. De loodzware riffs die de nummers stroperig voortstuwen zijn goed hoorbaar in Forlorn, het ijzersterke Darkness Prevail, het langzame The World Is Growing Old en Dream Of Memories. In Dream Of Memories speelt Tad Morose wat meer met ritmes dan op het vorige album. Een eigenschap die ook in Bow To The Reapders Blade en Black Fire sterk naar voren komt. Het maakt dat het album over het algemeen interessant blijft om naar te luisteren. Ook het gebruik van subtiele keyboards en progressieve invloeden in Where Ignorance Reigns geven juist dit beetje extra. Spelen met stijl en de ruimte die gitarist Christer “Krunt”“Andersson krijgt in dit nummer zorgen voor een fris geluid en houden je goed bij de les. Juist in dit nummer is Ronny Hemlin zeker op zijn best. Hoewel de basis veelal langzaam en zwaar is, schuwt Tad Morose het zeker niet om af en toe even flink het gaspedaal in te drukken in Black Fire, The Shadows Play en Fear Subside.
Uiteindelijk pakt St. Demonius je goed in en klinkt het album nog interessanter dan voorganger Revenant. Juist het subtiel spelen met tempo en stijl geven het album variatie en daarmee dynamiek. Tad Morose blijft voor mij dan ook nog altijd dé band die in het verlengde van het geluid van Heaven And Hell en Black Sabbath de nodige spijkers met koppen slaat.