Tanagra is een vijfkoppige formatie uit Portland (USA). Aanvankelijk profileerde de band zich als een power metal band. Als zodanig werd in 2015 het debuutalbum None Of This Real uitgebracht. Na dat album vond er een lichte koerswijziging plaats. Invloeden van progressieve rock en (melodieuze) cinematografische metal gingen onderdeel uitmaken van het bandgeluid. Het resultaat daarvan laten bandleden Steven Soderberg (gitaar), Christopher Stewart (drums), Erich Ulmer (basgitaar), Tom Socia (zang) en Josh Kay (gitaar) horen op dit tweede album Meridiem.
Van de zeven nummers op het album hebben er drie een epic-achtige speelduur van (ruim) boven de tien minuten. De eerste daarvan is het titelnummer Meridiem. Na een rustig opbouwend symfonisch begin gaan de gitaristen los met een partij stevige riffs. De aanwezige rustige symfonische intermezzo’s houden het geheel goed in balans. Ondanks dat diverse passages in mijn beleving te hyper en intens overkomen. De zang van Tom Socia is vrij monotoon en is er typisch een van de kategorie die je moet liggen. Het aansluitende Sydria is met net vier minuten het kortste nummer. De ultrasnelle gitaarriffs en de als een mitrailleur klinkende dubbele bassdrum is niet direct mijn ‘kopje thee’.
Op Etheric Alchemy gaat de doordringende en monotone zang me in lichte mate irriteren. Dat in tegenstelling tot het afwisselende en superstrakke dubbele gitaarwerk van Josh Kay en Steven Soderberg. Beide heren houden het nummer fier overeind. Tegen het eind word ik ineens verrast door een zeer fijne synthesizer solo. Helaas geven de credits bij het album geen antwoord op de bespeler daarvan. Op Silent Chamber wordt je na een rustig begin plots omver geblazen door de power van de band. Daar dient zich gelijk de slechte productie van dit album aan. Het geluid van gitaren, drums en zang stuitert als een brij tegen je trommelvliezen. Basgitarist Erich Ulmer moet de meest gefrustreerde man zijn. Ik heb zijn basspel op het hele album niet kunnen ontwaren. Halverwege toont Tanagra haar andere gezicht door een prachtig cinematografisch instrumentaal intermezzo.
The Hidden Hand is de tweede epic en klokt iets boven de tien minuten. Ook hier horen we op de achtergrond een enorme partij synthesizers van de mysterieuze gast. Regelmatig gaan de heren in een razend tempo over de top. Helaas zijn in de brij van geluid de orkestrale partijen nauwelijks hoorbaar. Na een minuut of zeven had voor mij de fadeout mogen komen. Accross The Ancient Desert (met een gastrol voor Jake Rogers van Visogoth) passeert in een ongenadig tempo die me na een minuut of acht naar adem doet happen.
Het ruim 14 minuten durende Witness is de derde epic en wat mij betreft het hoogtepunt van deze cd. Hier laat Tanagra (eindelijk) haar gewijzigde geluid horen. Het progmetal nummer is in tegenstelling tot veel andere nummers niet dichtgesmeerd. Er is voldoende ruimte opengelaten voor de individuele bandleden om te excelleren (met uitzondering van die arme niet hoorbare bassist…). Zelfs de (gedubbelde) zang is bij vlagen harmonieus en melodieus. Na exact zes minuten word ik aangenaam verrast door een passage met akoestische gitaar, toetsen en strijkinstrumenten. Iets wat zich na een minuut of tien herhaalt.
Meridiem laat horen dat Tanagra een band is met potentie. Het album had nog veel beter kunnen klinken met een goede productie. Persoonlijk hoop ik dat op een eventueel derde album de voorzichtig ingezette koers op Witness naar (melodieuze) progressieve metal wordt voortgezet.
Tanagra – Meridiem
232
vorig bericht