De gevolgen van Covid-19 zijn nog altijd merkbaar in onze maatschappij. Vaak minder rooskleurig zoals arbeidsongeschiktheid of depressies (bij jongeren). Maar gelukkig ook geregeld rooskleurig zoals het geval is bij de band Temic.
Tijdens de tour van Mike Portnoy’s Chattered Fortress speelden Diego Tejeida en Eric Gillette samen op het podium en er was sprake van chemie. Door drukke tourschema’s lukte het het duo niet om bij elkaar te komen om samen te spelen. Tot ze elkaar in 2020 benaderden en Temic geboren leek te worden. Ze wisten al snel dat ze progressieve rock met een elektronische twist wilden maken. Drummer Simen Sandnes had er wel oren naar en het ook al snel duidelijk dat zanger Fredrik Klemp de ontbrekende schakel was. Het was tijd voor het album Terror Management Theory.
Een album dat tien composities telt die inderdaad mooi binnen het progressieve genre passen. Maar dan wel met een zekere lichtvoetigheid op zijn tijd. De elektronische accenten worden meteen duidelijk in de opener TMT dat een opstap is naar Through The Sands Of Time. Een compositie met een duidelijke stevige groove die je meteen pakt. Het stemgeluid van Fredrik heeft iets mysterieus en met zijn wat lijzige melodie ontstaat er een zekere mate van spanning. Een spanning die langzaam opgebouwd wordt en halverwege in een stevige groove visite krijgt van het prettige gitaarspel. Met deze compositie wordt ook duidelijk dat Temic in dezelfde straat woont als Borealis en Evergrey. Het is de vibe van fijne progressieve rock in een aantrekkelijk jasje dat hier aanspreekt.
De progressieve twist is, zeker door het onregelmatige ritme, ook terug te vinden in Falling Away. Een compositie die zich mooi opbouwt vanuit een melancholische start. Mede door de innemende zang van Fredrik. Ergens moet ik bij het beluisteren van Falling Away denken aan Muse. Even na drie minuten spelenkracht, intensiteit en rust een eigen spel om daarna weer terug te keren naar de basis. Voortgaand op de ingeslagen weg vervolgt Temic het album met Count Your Losses. Een compositie die doorspekt is met synthesizermuziek die organisch overloopt in een vette groove die al riffend de toon zet. Dit is aantrekkelijke prog die het karakter van Evergrey raakt. Het zit allemaal uitstekend in elkaar waarbij de coupletten mooi toewerken naar herkenbare refreinen. Halverwege is er de welkome afwisseling. Het karakter komt terug naar de elektronische kant en doet, vooral qua zang, denken aan een band als Vitamine Z.
Tot dusver is dit album zeer de moeite waard. Daar verandert Skeletons niets aan. De inmiddels bekende elementen van Temic zijn ook hier aanwezig en het is binnen de golvende melodie het heerlijke tussenstuk dat de aandacht vraagt. Een tussenstuk waarin gitaar en synthesizers extra ruimte krijgen (en verdienen). Dit grooved en swingt aan alle kanten en dat zorgt er weer voor dat de zeven progressieve minuten geen moment vervelen.
Bij Acts Of Violence wordt er gas terug genomen. Het is innemend tot de gitaar zich stevig verankert in de muziek na ruim twee minuten. Een voorbode voor het progressieve en instrumentale hoogstandje dat luistert naar de naam Friendly Fire. En wanneer we het over progressieve hoogstandjes hebben, mag daarin Paradigm zeker niet ontbreken. Dan is het weer tijd voor een meer uptempo compositie waarbij we de Evergrey-/Borealisstraat weer zijn ingereden. Wat vooral opvalt is de toegankelijkheid van Once More. Opvallend is hier wel de heftige climax die rond de drie minuten is ingebouwd. Dat waren we nog niet eerder tegen gekomen.
Het album sluit af met een compositie die ook de zeven minuten voorbij gaat. Alles wat me aanspreekt in het geluid van Temic kan ik terugvinden in deze afsluiter. Afwisseling, rust, kracht en passie passeren de revue. Gevoelsmatig zeker belangrijk onderdeel op het album.
En zo zie je maar dat de Covid-19-periode ook wat goeds in petto had voor ons. Ieder nadeel heeft zijn voordeel is een bekende uitspraak. Terror Management Theory is daar een voorbeeld van. Een album waarin het samenspel van gedreven muzikanten tot het uiterste gaat en menig snaar weet te raken.