Met zanger Zach Allen, gitarist Harrison Marcello, bassist Max McDonald en drummer Nicholas Burrows is de vierkoppige band compleet. Onder leiding van producer Michael Wagener (Skid Row, Mötley Crüe, Dokken, Alice Cooper) wordt het veertien nummers tellende debuutalbum op een plastic schijfje gezet. Lekker in het gehoor liggende rock, pakkende melodieën en koortjes die blijven hangen. Regelmatig denk je iets bekends te horen, maar net op het moment dat je denkt te weten wat het is, maakt de band een volledige wending de andere kant op en blijkt het toch een eigen nummer te zijn.
De band haalt de inspiratie uit de rock van de jaren tachtig, en dus is het helemaal niet vreemd dat je af en toe denkt iets te horen van Def Leppard, Van Halen of White Lion. Paralyzed is daar een mooi voorbeeld van, halverwege lijkt de melodie heel kort, heel even te lijken op I Hate Myself For Loving You van Joan Jett. En zo zitten er meer van dit soort fragmenten in. En dan te bedenken dat Allen en Marcello net twintig zijn, en de jaren tachtig dus helemaal niet meegemaakt hebben. De intro van Runaway lijkt heel even op Vandenberg‘s How Long, maar ook hier verdwijnt de vergelijking binnen luttele seconden. En dat is knap gedaan van de band, even de illusie van herkenning opwekken bij de luisteraar, en dan toch een geheel eigen compositie neer zetten. Het maakt het luisteren naar dit album een aangename tijdsbesteding. Aamina is een klassiek voorbeeld van een rock-liefdesliedje, een pakkend refrein en koortje dat nog lang in je hoofd blijft rondzingen. En dan krijg je als bonus dit nummer terug als track vijftien in een andere mix. Het is beslist geen straf om dat nummer nog een keer te horen.
Het album is als totaal een aangename verrassing, melodieus en herkenbaar. Lekker in het gehoor liggende nummers, en misschien niet van wereldklasse, maar zeker het beluisteren waard.