TesseracT – Sonder

TesseracT (let op de hoofdletter T aan het eind) gaat door het leven met het stempel progressieve metal versus djent (volgens velen is djent een sub-stroming binnen de progressieve metal). In de loop der jaren (of beter nog albums) hebben de Britten het djent pad stilaan verlaten en gekozen voor een mainstream metal richting. Met oorspronkelijke zanger Daniel Tompkins weer terug op het honk levert de band met Sonder na Polaris en het live album Odyssey uit 2015 haar vierde studio album af. Een album wat in 2017 is geschreven.
Waar de muziek van TesseracT in de beginjaren je eventueel aanwezige haren stijl achterover blies, is de muziek op Sonder een stuk meer mellow en atmosferisch geworden. Niet zelden kan worden gerefereerd aan Anathema. De terugkeer van Daniel Tompkins achter de microfoon is een gouden greep. De man beschikt over een prachtig helder stemgeluid waar hij veel kanten mee op kan en op Sonder ook gaat. Zelfs de enorme screams gaan hem met het grootste gemak af.
Opener Luminary hakt er aanvankelijk nog ouderwets in met brute gitaarriffs. Na enkele akkoorden volgt de omslag in een rustiger tempo en ontspint zich een melodieus nummer met zo nu en dan een stevige oprisping. King is met een kleine zeven minuten het langste nummer. Logge en vertragende riffs met een zang die soms doet denken aan Ross Jennings van Haken. Ten opzichte van zijn voorganger horen we hier meer variatie en schurkt men tegen progrock aan. Juno tapt door de funky gitaarpartijen en meervoudige vocalen weer uit een geheel ander vaatje.
De liefhebbers van Anathema en Haken komen ruim aan hun trekken in Mirror Image. TesseracT laat hier de perfecte mix van deze groepen horen. Smile (halverwege 2017 uitgebracht als single) is een reprise van Juno overgoten met een Korn-sausje en lekkere screams van Tompkins. Met het enerzijds puntige en agressieve en anderzijds Anathema-achtige The Arrow gaat Sonder als ware het een nachtkaars uit.
Ondanks dat Sonder enige luisterbeurten vergt om goed te doorgronden brengen mij al die luisterbeurten in vertwijfeling. Het album laat bij mij geen onuitwisbare indruk achter. Ik verbaas mij dan ook niet wanneer dit album snel in de vergetelheid zal raken. Alle goede bedoelingen van Daniel Tompkins en zijn maten te spijt. En dat is sonde….

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer