Vanavond is een avond met drie aparte bands uit drie verschillende landen op het programma. Toch is er één element dat de bands vanavond verenigt: onvoorspelbaarheid. Of dit nu in de ritmes van de muziek zit, of in de onvoorspelbaarheid van de leden zelf, alle bands vanavond zijn een tikkeltje apart.
De Belgische heren van Steak Number Eight hebben (naast een aparte naam) ook talent en dat laten ze vanavond zien. Ze spelen nummers die langzaam op stoom komen en na een aantal minuten steeds harder en steeds zwaarder worden tot het kookpunt wordt bereikt en we worden bestookt met de hardste stoner-riffs. De band trekt als opener een relatief volle zaal, die met een glimlach en een biertje het hoofd op en neer laat gaan. Vooral de zanger wekt een gepassioneerde indruk als hij zijn teksten in de microfoon smijt, met alle opgezwollen aderen tot gevolg. De drummer kan er ook wat van en als men goed luistert, hoort men een kleine invloed in de ritmes van de headliners vanavond.
De volgende band, Maybeshewill, komt uit Engeland en speelt instrumentale rock met keyboards. De piano-melodieën spelen met de emoties, net zoals de hele band; het ene moment zacht en teder, het andere moment knallend met grote riffs. Toch verkiest deze band er echter voor om grotendeels aan de lichtere kant van het spectrum te blijven, wat jammer is. Velen hier vanavond zijn wat zwaarders gewend en het instrumentale aspect haalt het tempo er enigszins uit. Dit is echter geen probleem, want zo kunnen we ons nog rustig voorbereiden op de chaos die hierop zal volgen.
Het Amerikaanse The Dillinger Escape Plan staat erom bekend dat ze een tikkeltje extreem zijn en erg onvoorspelbaar op een podium. Als iets beklommen kan worden, dan wordt het beklommen. Als iets los zit, dan wordt ermee gegooid. Het podium is bezaaid met lichten die niet geschikt zijn voor mensen met epilepsie; deze lichten knipperen zo fel en zo snel dat een zonnebril niet zo’n gek idee is. Na een paar minuten spanningsopbouw in het donker, komt de band op en begint meteen alle kanten op te knallen. Een optreden van deze band is altijd een feest voor het oog (en het oor, uiteraard) en je weet van gekheid niet waar je moet kijken. De gitarist klimt daarop, de zanger grijpt de zoveelste fan en schreeuwt in zijn/haar gezicht, de andere gitarist staat boven ons hoofd op de handen van het publiek gewoon door te spelen en de bassist zit in zijn eigen wereld. Er gebeurt eigenlijk teveel om hier in woorden om te zetten. Het is gevaarlijk, het is spannend, het is een beleving. Alles kan gebeuren. Nieuwe nummers als Prancer en Hero Of The Soviet Union wisselen zich af met hits als Black Bubblegum en Milk Lizard. De zaal gaat los en de zanger springt op een gegeven moment de zaal in om in het oog van een circlepit door te zingen. Maar kijk niet te lang naar de zanger, want de gitarist is alweer op de versterkers geklommen en zwaait met zijn gitaar alsof zijn armen in de fik staan. Na anderhalf uur is het dan alweer tijd om afscheid te nemen, met pijn in ons hart. Tot de volgende keer maar weer!