In 2018 kwam The Disaster Area met het tweede album Alpha // Omega en met het album Glasshearts gaan ze voort op de ingeslagen weg en is ook Christoph Wieczorek (Annisokay) aangetrokken voor de mastering.
Dat de band juist in deze pandemie een album uit gaat brengen, heeft voornamelijk te maken met hun toewijding aan hun fans. Zij zijn een belangrijke factor voor de band en het album is behalve een mooi product ook een dank-je-wel voor iedereen. De boodschap die de band uitdraagt is nog steeds een maatschappelijke. Geef niet op en weet dat je, ook wanneer je afwijkt van het ‘normale’, er nooit alleen voor staat. Juist in deze periode steekt de band misschien een hart onder de riem voor iedereen die door de pandemie (enigszins) depressief is geworden.
Muzikaal weet The Disaster Area de combinatie van melodie en metalcore-elementen weer uitstekend in balans en in nette porties op te dienen. Het is metalcore dat netjes binnen de lijntjes wordt gekleurd en de scherpe kantjes zijn in menig compositie mooi gepolijst neergezet. Titelnummer Glasshearts is daar een mooi voorbeeld van. Het heeft een aantrekkelijk en rustig tempo en vooral het refrein heeft een aantrekkelijk karakter. De clean vocals zijn helder en fris en de zwaardere zangstukken zijn krachtig, maar niet explosief. Als extraatje krijg je Glasshearts aan het eind van het album nog een keer in een akoestische versie, waaruit blijkt dat het in alle puurheid een leuke compositie blijft. Daarnaast is er ook nog Glasshearts (2020) maar dat is voor mij geen bijzondere meerwaarde omdat ik de verschillen met de compositie op het album nauwelijks merk (op de bijdrage van Nico Sallach na).
Met Blackout, Bruised & Broken en Baptized komt de metalcoregeest even loeren vanuit zijn fles en voegt wat pittige accenten in het algeheel. In Blackout gaat The Disaster Area lekker diep in zijn muzikale omlijsting en in Bruised & Broken is het vooral de zang die passie uitstraalt. Baptized (dat toevallig ook met een -b- begint) heeft een innerlijke energie die vrijgelaten wordt in een uptempo muziekstuk.
De mainstreamkant van Glasshearts wordt duidelijk in Youth. De ha-ha-koortjes klinken jeugdig en energiek en de refreinen zijn dusdanig van aard dat stilstaan geen optie meer is. Hier zoekt The Disaster Area de vibe van Papa Roach en Eskimo Callboy op. Youth zal het goed doen wanneer er weer live gespeeld gaat worden. Maar is ook zeker geschikt voor de radio, evenals Happy Pills. Ook de compositie Nothing is gemoedelijk en zou menig playlist kunnen aanvullen.
De metalkant krijgt meer body in Misery. Juist ook in deze compositie weet de band dat aanstekelijke gevoel en die groove zo te brengen dat het gemakkelijk in het gehoor ligt en blijft hangen. Bij het beluisteren van Misery moet ik denken aan de muziek die Ghostkid heeft uitgebracht vorig jaar. Misery is intens en die spanning die het met zich meebrengt en in mij naar boven brengt blijft actief in Exile. Muzikaal misschien minder hard, maar qua gevoel blijft het mijn neuronen kietelen.
Enerzijds is Glasshearts een album dat juist de mellow- / mainstreamkant van de metalcore naar boven haalt. Voor liefhebbers van dikke breakdowns en zware gitaarmuren zou het album tegen kunnen vallen. Anderzijds weet The Disaster Area juist heel goed in te spelen op de diversiteit van het genre door de ballen van passie, kracht en melodie al jonglerend aan te bieden waardoor Glasshearts een aantrekkelijk en aanbevolen album is geworden.
The Disaster Area – Glasshearts
280