George Lynch is tekenend voor het moderne muziekleven. Zijn band Lynch Mob bestaat met tusssenpozen sinds 1989 en is een waar doorgangshuis (de teller staat inmiddels op 30 muzikanten) omdat agenda’s niet altijd te combineren zijn. Dat hij die muzikanten niet gewoon beu is, blijkt uit het feit dat je door de jaren heen in zijn vele kortdurende projecten juist weer dezelfde namen ziet langskomen.
The End Machine is zo’n project en daar zijn de namen volstrekt bekend: drummer Mick Brown en Jeff Pilson zaten met Lynch in Dokken, in T&N én in Lynch Mob, Robert Mason is nu zanger van Warrant maar zat ook ooit in Lynch Mob. Het spreekt dan ook voor zich dat er heel wat overeenkomsten te vinden zijn met Dokken en Lynch Mob. Het draait allemaal om goed in het gehoor liggende hardrock, met smakelijke hooks en riffs en met refreinen die gelijk blijven hangen, zonder dat het nu meteen ‘Dokken met een andere zanger’ wordt.
Brown en Pilson kennen elkaar natuurlijk van haver tot gort en Pilson laat hier horen daarnaast nog eens een begenadigd producer te zijn, net als onlnags op het nieuwe album van Last In Line. Het duo zorgt voor degelijk drum- en baswerk vol variatie, maar zeer in dienst van het liedje. Robert Mason is een echte ouderwetse hardrockzanger. Hij kan ‘m op flink volume van jetje geven en klinkt dan ook lekker rauw, maar op een powerballad als Sleeping Voices komt hij, ook als het er wat rustiger aan toe gaat, prima uit de verf.
Lynch zorgt als altijd voor smakelijk gitaarwerk. De laatste jaren lijkt hij echter meer geïnspireerd dan ooit, wellicht doordat hij de afgelopen jaren ook projecten deed met heel andere muzikanten, zoals in Shadow Train, KXM en Ultraphonix. Lynch kan zich op de rotsvaste basis van Pilson en Brown uitleven met fijne riffs die gelijk de melodie neerzetten. Mason gaat met zijn zanglijnen vaak met de riffs mee en Lynch zorgt vaak de hele track lang voor prachtige details en natuurlijk fijne solo’s. Tegelijkertijd weet hij in de meeste songs wel een opvallend afwijkend stukje te verwerken, waardoor het toch iedere keer weer iets eigens heeft. Een proggy brug, een belachelijk catchy refreintje of bijvoorbeeld het begin van Ain’t No Game, dat een eerbetoon aan AC/DC’s Malcolm Young lijkt. Daar heeft ‘ie ook de tijd voor, want negen van de elf songs zijn zo’n vijf minuten lang, zelfs een up-tempo track als Ride It. De uitzondering qua lengte zijn de ballads Burn The Truth en Sleeping Voices, waarvan de laatste zelfs bijna de zeven minuten aantikt. Het album duurt bijna een uur en juist door die opvallende extraatjes heb je nergens het gevoel dat songs te lang uitgerekt zijn.
Is The End Machine nu een album dat opvallend veel verschilt van Dokken en Lynch Mob? Nou nee, daarvoor moet je eerder bij de hiervoor genoemde projecten zijn. Dit is eighties hardrock met een moderne en strakke productie. Maar omdat de vier heren elk meer dan gemiddelde kwaliteiten en ervaring hebben levert het wel degelijk een meer dan gemiddeld album op. Een prima aanwinst in het toch al niet misselijke oeuvre van Lynch.
The End Machine Facebookpagina
The End Machine – The End Machine
329
vorig bericht