Daarnaast weet het centrale zenuwcentrum Michel Geelen de lo-fi stijl op het hele album mooi vorm te geven. Regelmatig terugkerend naar decennia geleden zoals in Kissed Myself In The Mirror Today waar het heldere geluid, ondersteund door de tamboerijn, wat Beatleinvloeden gebruikt om uit te groeien tot een lekker popliedje met een knipoog. Ook in het nummer Almost Doesn’t Count weet TGLFO met een minimum aan geluid in de ondertussen bekende lo-fi sfeer je te hypnotiseren. Sweetheart laat horen dat het schrijven van popliedjes geen toevalstreffer was. Klinkt fris, zomers en lekker. Binnen de lo-fi atmosfeer wordt er op het album geregeld gebruik gemaakt van technieken om het geluid goed te vervormen. Qua zang komt dit duidelijk naar voren in So Beautiful (waarin alleen gitaar en piano voor de ondersteuning zorgen) en het bijzondere Do You Want To Be My Sister (waar ditmaal een eenvoudig drumcomputergeluid en gitaar ondersteunen). Muzikaal gezien geniet ik van de distortion die gebruikt wordt in Pretty Eyed Baby. Heerlijk om dat zware schurende geluid te ervaren terwijl de muziek als een zware deken over je heen walst. Beetje Jesus And Mary Chain / Shoegaze. Daarbij gebruik makend van het kenmerkende orgelgeluid dat in Super Sonic Trash Kid doet denken aan The Doors. Leuk detail is nog dat afsluiter Pocket Symphony In E# nagenoeg identiek is aan de opener Prelude In E#.
Het nieuwe album van The Galactic Lo-Fi Orchestra is geen verrassing wanneer je het vergelijkt met het album uit 2013. Dat hoefde van mij ook niet, want de nummers op dat album wisten mij al zeker te boeien en met dit nieuwe album weet Michel Geelen zijn muzikale identiteit (nog) steviger te verankeren. Pocket Symphonies For The Painfully Alone bevat een scala aan lekkere nummers die iets met je doen en de nodige aandacht vragen. Vooral Sweet Little Motherfucker, Pretty Eyed Baby en Super Sonic Trash Kid verdienen dat ook.