The Iron Roses: Het cadeau van jezelf zijn

De muzikale carrière van Nathan Gray begon in de populaire hardcore band Boysetsfire. Daarnaast waren er zijstapjes in de vorm van I Am Heresy, The Nathan Gray Collective en solo albums. Al die tijd wist het grote publiek niet hoe Nathan worstelde met een non-binaire kant. Op 20 oktober komt Nathan’s eerste album uit met The Iron Roses. In deze band is Nathan samen met goede vriendin Becky Fontaine de frontpersoon, ongeveer rond die tijd onthulde Nathan ook non-binair te zijn. Allemaal goede redenen om met Nathan en Becky te spreken. Het werd een persoonlijk en bij vlagen emotioneel interview.

Nathan, je hebt een lange reis achter de rug van zelfontdekking. Kun je daar wat over vertellen?

Nathan: Het begon met het nummer Echoes, waarop ik me uitsprak over het seksuele misbruik wat ik doorgemaakt heb in de kerk. Het wegdrukken van dat misbruik heeft me decennia beïnvloed. Door dat te confronteren zette ik wat in gang. Na album Working Title en het werken aan Rebel Songs begon ik een beter beeld te krijgen van wie ik ben en wat ik nodig heb. Daar kwam deze band uit voort. Vroeger ging ik door verschillende fases, maar de persoon die je nu ziet is wie ik echt ben. En die ontdekking is niet altijd leuk of makkelijk.

Heb je spijt dat je de ware ik zo lang hebt verborgen?

Nathan: Natuurlijk, maar aangezien we niet kunnen terugreizen naar het verleden is het zoals het is. Ik ben in ieder geval niet dood, dus heb nog de rest van mijn leven om rond te lopen op deze wereld zoals ik echt ben. Er zijn veel mensen die het moeilijk hadden met mijn coming out. Mensen verlieten, me en dat was vreselijk. Maar als je gelukkig bent met wie je bent zijn die vreselijke dingen ineens minder vreselijk. Ik denk dat dat één van de mooiste cadeautjes is die zijn wie je bent je brengt.

Je ziet er een stuk gelukkiger uit nu dan in de dagen dat je zo je best probeerde mannelijk te zijn in de dagen van The Nathan Gray Collective.

Nathan: Ja, dat was een beetje in de hoogtijdagen van mijn machismo. Ik probeerde toen heel hard mijn best te doen iemand te zijn die ik niet was. Het hele gedoe met satanisme en die hele donkere atmosfeer die me toen heel krachtig en stoer leek. Ik heb nu ontdekt dat stoer zijn betekent zijn wie je bent. Ik ben niet meer verbonden met de Church of Satan, maar ik heb daar wel vriendschappen aan overgehouden.

In hoeverre had je een idee van wie je was in Boysetsfire?

Nathan: Hoe progressief de hardcore scene ook dacht te zijn, het was nog steeds een vrij macho scene. Veel mensen brachten negatieve invloeden mee in de scene zoals homofobie. Het was voor mij ook gewoon echt moeilijk te begrijpen wie ik was. Termen als non-binair en panseksueel waren toen nog lang niet gewoontjes. Je kwam het niet tegen in de media en mensen waren er niet mee bezig. Ik dacht altijd dat toch niemand zou begrijpen wie ik was en daarom verborg ik het maar. Gelukkig leven we nu in een maatschappij waarin mensen wel beter begrijpen wat die termen inhouden ook al zijn er ook veel negatieve reacties op.

In je boek, Until Darkness Takes Us kom ik ook niets tegen over je non-binaire kant. Kostte het moeite dat er uit te laten en hoe bewust was dat?

Nathan: Ik ben heel goed in net doen alsof. Als ik beslis dat ik me op een bepaalde manier wil gedragen kan ik dat heel goed. Maar mijn lichaam vertelde me wel anders. Ik was ook helemaal opgeblazen in die tijd door al mijn drinken. Als je die oude foto’s van me ziet met die grote baard zie je dat goed. Toen ik stopte met drinken en ik vrede kreeg met mezelf snapte ik dat niet meer hoefde te liegen. Eerlijk gezegd staan er gewoon wel dingen in dat boek die niet helemaal waar zijn. Ik ging door een gruwelijke depressie heen en deed me voor als iemand anders dan ik was.

Becky, ik weet dat jij ook gestopt bent met drinken, nietwaar?

Becky: Ja, ik stopte vier jaar geleden. Ik dronk om mijn trauma’s te bevechten. Ik heb twaalf jaar in een abusieve relatie gezeten. Drinken was hoe ik probeerde mijn paniekaanvallen tegen te gaan en te slapen. Het begon met wat biertjes om in slaap te komen, dat werden een paar glazen wodka en uiteindelijk een hele fles. Het werd erger en erger en beïnvloede mijn vriendschappen omdat ik niet eerlijk was over mijn drankgedrag. Ik heb twee eerdere pogingen ondernomen om te stoppen, maar dat hield ik toen niet langer vol dan een paar maanden. De laatste keer dat ik nu dronk was in februari 2019 en ik heb dat in mijn kalender staan. Regelmatig kijk ik naar die datum en denk ik terug dat het zo onmogelijk leek toen om zelfs maar twee dagen niet te drinken. Nu voel ik mijn gevoelens tenminste, en dat mag zwaar zijn maar nu kan ik daar via therapie aan werken. Ik drink niet meer en dat is geweldig.

Becky, jij bent best open over je mentale gezondheid.

Becky: Soms vergeet ik dat mensen heel andere ervaringen hebben gehad dan ik. In die zin ben ik blij dat in Nathan iemand om me heen heb met dezelfde strubbelingen. Soms maak ik wel eens een grapje dat het mijn dag is om een slecht moment te hebben. Ik kom van een slechte relatie waar seksueel geweld een onderdeel van is. Ik ben gevlucht in 2016 maar ik worstel nog steeds met de effecten. Ik heb vier jaar in therapie gezeten in een opvang voor mishandelde vrouwen. Mensen die geen trauma’s hebben of niet het type trauma dat zijn klauwen zo diep in je zet begrijpen niet altijd dat zo’n trauma niet zomaar iets is wat je uit en aan kunt zitten. Op mijn werk ben ik ook heel transparant en vertel ik het als ik een dag heb waar het moeilijk is de telefoon op te nemen. Eén van de redenen dat ik zo open ben over mijn depressie en mishandeling is dat, als ik het voor mezelf houd, het verstikkend voelt. Het helpt me om me uit te spreken op social media. Ik kan dingen niet loslaten tenzij ik ze hardop zeg. Bovendien vind ik het belangrijk om te laten zien dat ik een mens ben en weet hoe het is om met jezelf te worstelen en dat dat okay is.

Je kwam een beetje uit het niets voor ons, Becky. Kun je ons iets vertellen over je muzikale reis?

Becky: Ik maakte een heel andere muzikale reis door dan Nathan. Ik ben begonnen in koortjes en schoolmusicals. Toen ik een jaar of twintig was zong ik wel eens in lokale bandjes maar nooit als volledig bandlid. Het was een heel andere scene en plaats dan die waar Nathan zich in bevond. Ik ontmoette Nathan in zijn I Am Heresy tijd. Toen hij startte met The Nathan Gray Collective regelde ik de administratieve dingen achter de schermen voor hem. Op een dag zond Nathan me een zangopname waarbij hij worstelde met de zanglijn. Ik gaf hem advies en vervolgens werd ik uitgenodigd die zanglijn neer te zetten in de studio voor het nieuwe album. Vervolgens deed ik de achtergrondvocalen voor al zijn solo albums. Toen hij besloot om van Iron Roses een echte band te maken in plaats van alleen een backing band en we echt als groep van zes de nummers schreven werd ik co-frontpersoon.

Nathan: We werden echt deze band in de studio. Toen ik met ze in de studio was realiseerde ik me dat dit was hoe we moesten klinken. Dit album is mijn trotste moment in mijn muzikale carrière. Ik kan eindelijk doen wat ik wil met de mensen waarmee ik het wil doen. Het is perfect. Maar natuurlijk hoop ik dat mijn volgende album die weer zal overtreffen. Niets ten nadele van mijn eerdere albums die goed waren, maar dit album is belangrijker. Samen met Boysetsfire album The Misery Index: Notes Of The Plague Years is dit mijn belangrijkste album. Ik ben heel blij met de mensen in mijn band. We hebben strikte regels over hoeveel iemand mag drinken in de band en hoe ze andere mensen behandelen, ons publiek en onze fans. Vooral vrouwen. Je ziet het te vaak dat iemand in een band misbruik maakt van zijn situatie en andere bandleden beweren dat ze van niets weten. Daar geloof ik niet in. Het is belangrijk om op onze hoede te zijn. Er is geen plek voor dat soort bullshit in onze scene of welke scene dan ook.

Mis je het schreeuwen zoals in Boysetsfire niet, Nathan?

Nathan: Ik schreeuw ook op dit album. Zoals op Screaming For  A Change. Er staan vier nummers op het nieuwe album waar ik op schreeuw. We zijn niet Boysetsfire Deel Twee, maar ik breng wel wat van die schreeuwzang naar deze band. Ik vind schreeuwzang leuk als het logisch klinkt. Nu ik minder volgens een formule hoef te schreeuwen geniet ik er meer van.

Volg je hardcore nog wel?

Nathan: Tot op zekere hoogte. Maar ik was altijd al een punk fan in de hardcore scene met favoriete bands als Bad Religion en The Clash. Die melodieuze punkrock stukken in Boysetsfire komen daar dan ook vandaan. Wat ik  nu doe met Iron Roses is wat ik met The Casting Out probeerde, maar toen was ik te dronken om er echt iets van te maken. Ik volg sommige hardcore bands nog wel, maar het is niet helemaal mijn scene.

Related posts

Maanvlinder: We blijven onszelf verrassen

Skroetbalg: Doordachte simpelheid

Forlorn: Midsommar Metal!