Jottem, een derde album van The Jelly Jam? Nee dus, het vierde. Ty Tabor (zang, gitaar en hier en daar toetsen, King’s X), John Myung (bas, Dream Theater) en Rod Morgenstein (drums, Dixie Dregs en Winger) blijken in 2011 een album uitgebracht te hebben dat me helemaal ontgaan was.
Dat is ook niet zo gek, want dat derde album Shall We Descend was uitsluitend online verkrijgbaar op King’s X’ eigen Molken Music-label. The Jelly Jam is dan ook in alles een nicheband: buitengewoon populair bij critici en kenners, maar zelfs bij liefhebbers van hun andere bands niet altijd bekend. Profit krijgt gelukkig weer een mooie release via Music Theories Recordings, het proglabel van Mascot.
De plek op het proglabel is voornamelijk gebaseerd op hun andere werk, want als je Profit vergelijkt met de eerste twee albums is Profit goed beschouwd veel minder proggy. Heavy gitaarriffs, maar trager en met veel minder kijk-mamma-zonder-handen-werk. Inderdaad, meer richting King’s X dan voorheen. “Stain On The Sun” en “Water” zijn daar heel duidelijke voorbeelden van. Nou ben ik dol op alle hiervoor genoemde bands, dus ik zit er niet mee, maar net als Doug Pinnick bij Pinnick Gales Pridgen lijkt Tabor hier het materiaal ingebracht te hebben dat King’s X niet kon opnemen door de fysieke malheur van drummer Jerry Gaskill.
Dat neemt niet weg dat alle drie de muzikanten door de triobezetting de ruimte krijgen – en gebruiken – om hun eigen impact te hebben. Myung speelt veel soberder dan we van hem gewend zijn bij Dream Theater en verrassend genoeg maakt hij daardoor veel indruk, Morgenstein is een rotsvaste drummer die prachtige accenten kan leggen en Tabor is wat mij betreft net als King’s X al jaren zwaar onderschat. Naast fraai gitaarwerk, de zang en de koortjes zorgt hij hier en daar met toetsenpartijen voor sfeervolle details, zoals in “Perfect Lines (Flyin’)”.
Het is in de heavier tracks vaak moddervet, de composities hangen daarentegen vaak tegen de pop aan en in de productie is er – meer dan voorheen – heel veel ruimte gelaten, waardoor de afzonderlijke partijen meesterlijk tot hun recht komen. De prachtige cover sluit aan op het tekstuele thema van de plaat over groei ten koste van alles. De titel Prophet (de hoofdpersoon in het verhaal van het album) is daarop doorgestreept en vervangen door Profit.
De variatie is wat het meest opvalt aan dit album. Luister maar eens naar een track als “Ghost Town”. Ze zouden zo op de met indie overladen festivals geprogrammeerd kunnen worden! Daar staan een aantal heavier tracks tegenover, zoals bijvoorbeeld “Mr. Man”, en ook een dan ineens weer heel proggy instrumental met “Permanent Hold”. Profit is door die variatie misschien wel het meest toegankelijke album van The Jelly Jam tot nu toe, zonder enige concessie te doen aan de kwaliteit.
[youtube id=”N7uA4KjWnfg”]
The Jelly Jam website
The Jelly Jam – Profit
388
vorig bericht