Stevige, rauw rock uit Nijmegen zonder aandacht voor reeds gebaande wegen.
De vier leden van The Liquid Machine, zanger/gitarist Bas Wienhoven, gitarist Maarten van Swam, bassist Hjerre Bors en drummer/zanger Pascal Wissink komen met een zeven tellend album, een verhaal van vallen en opstaan, van schuld en boete, recht en onrecht. Lekker in het gehoor liggende gitaarrock met soms een afwijkend arrangement, complexe maatsoorten of een extra tel om de muziek net dat ene extra mee te geven. De voorkant van het album is naar mijn mening wat ongelukkig gekozen, de symbolen die gebruikt worden in combinatie met het rood en zwart zouden andere associaties op kunnen roepen. Dit doet niets af aan de kwaliteit van de nummers. Nowhere To Run is een nummer, gedragen door een ronkende bas, en voorzien van stevig gitaarwerk. Naar het einde van het nummer komt er wat rust, waarna de stilte weer ruw onderbroken wordt door gitaargeweld.
What Hides Inside is de perfecte opener van het album, met rasse schreden zet de band de toon voor de rest van het album. Zonder genade wordt de luisteraar ondergedompeld in een bad voor gitaargeweld. In het nummer Hydroponic is een lekkere cadans ingeweven, dat er zeker voor zal zorgen dat bij elk live optreden de massa in beweging komt.
Zeven nummers lang heeft de band om de luisteraar te overtuigen, en dit lukt vrijwel probleemloos. Tekstueel zit het ook goed in elkaar en dat zorgt er voor dat dit een geslaagd album genoemd mag worden. Hier mag zeker een vervolg op komen. Maar dan wel er voor zorgen dat je een iets ander ontwerp voor de hoes gebruikt.
The Liquid Machine – Reprimenda Culpa
432
vorig bericht