Na een succesvolle periode in de jaren negentig is het lang stil rond The Pilgrims, Een tragisch lot treft gitarist Persijn Joling en de band stopt. Tot één van de dochters van zanger Reniet Vrieze laat weten dat ze hem eigenlijk nog nooit live heeft zien spelen. Het onverwachte gebeurt, en na een radiostilte van twintig jaar wordt de band heropgericht. Er wordt een korte tour gedaan en er komt een vijfde album met de titel PunkSoulRock’nRoll. Op het album staan enkele nieuwe nummers, aangevuld met opnieuw opgenomen materiaal.
Hierna ligt de focus op een nieuw album dat wordt geproduceerd door Vrieze en drummer Henri van Bergen. De band wordt compleet gemaakt door bassist Dave Besse, gitarist Roy Jansen, toetsenist Niels Schutten en de achtergrondzangeressen Jasmijn de Graaff, Karlijn de Vries en Suzan de Reus. Jasmijn de Graaff bespeelt ook de cello. Voor dit album wordt er ook gebruik gemaakt van gastmuzikanten, gitarist Erwin van Ligten, gitarist Edgar Koelemeijer, harpist Hans Mulder, trompettiste Saskie Laroo, saxofonist Victor Posch en het Who Cares Koor.
De nummers op het album geven het totale muzikale spectrum van The Pilgrims weer. Er staan rauwe stevige rocksongs op het album, en ook breekbare roots-muziek. De stem van Vrieze is nog steeds donkerbruin, geen spoortje van sleet. De veertien eigen nummers zijn aangevuld met twee covers van Otis Redding.
Looking At The Girlz is een lekker in het gehoor liggend rocknummer, Sexy is een wat steviger nummer met vuige licks. Coffin For My Daughter is een aangrijpend nummer over een dochter die na vijf dagen ziekbed overlijdt. Het is een rustig nummer waar de stem van Vrieze de perfecte lading aan weet te geven. En als dan aan het einde van het uur het nummer Sittin’On The Dock Of The Bay het album afsluit, is het even stil. The Pilgrims zijn terug, en hoe!