Home » The Voynich Code – Aqua Vitae

The Voynich Code – Aqua Vitae

door Maurice van der Zalm
255 views 3 minuten leestijd

Het Portugese The Voynich Code wist twee jaar geleden met de EP Ignotum deze reviewer flink de oren te wassen. De extreme, technische en progressieve deathcore denderden al gauw de gehoorgang in. Ondertussen zijn we ruim twee jaar verder, zijn er wat wijzigingen in de bezetting en wist de band een deal te tekenen met Primordial Records. En dan is het eindelijk tijd voor het (langverwachte) album van de band.
Titelnummer Aque Vitae ademt nog rimpelloos rust uit, maar al gauw moet ik aan Gandalf denken die op een gegeven moment de hobbits krachtig toespreekt met de zinsnede: “Don’t disturb the water”. Want het krachtige Aurum hakt er genadeloos in. Qua gitaargeluid moest ik denken aan Within’ The Ruins. Dat elektronische ‘gamegeluid’ biedt een stevige tegenhanger voor het brute geluid van zanger Nelson Rebelo.
De onvervalste deathmetal vind je al gauw terug in I, The Weak. De rol van zanger Nelson Rebelo en de gitaristen Vinicius Cunha en André Afonso (vooral in het ragfijne spel in het begin)  is bijzonder, maar vooral in het begin is het drummer Euler Morais die de geseling van zijn drumvellen tot kunst weet te verheffen. Het duurt voor mij heel even om de structuur goed te doorgronden, maar uiteindelijk lukt dat wel. Ergens in het geheel ligt er een oosters accentje verscholen dat eigenlijk pas opvalt na een aantal keer, maar wel heel subtiel aanwezig mag zijn.
Na de eerste composities ben je als luisteraar aardig gewend aan het geluid van The Voynich Code. De algemene aspecten binnen het geluid van de band komen in Flight 19 zeker ook naar voren, maar de compositie op zich is wat ‘rustiger’ van aard. De ‘staccatoriffs’ boren zich als een pneumatische boor door alles heen en liggen, strak gespeeld, goed in het gehoor.
Hope I is een instrumentaal stuk waarin druppelsgewijs noten uit de hemel komen vallen om in het daaropvolgende Born To Suffer als pijpestelen verder te gaan. Born To Suffer begint op een extreme  manier binnen het technische deathmetalprincipe. Ook hier krijgt de luisteraar behalve de stortvloed van bombast een uitstekend riffaanbod dat het karakter wat breekt en het accent wat wijzigt en daarmee de metalcore integreert in het complete plaatje. Het tempo in deze compositie ligt wat lager dan we misschien gewend zijn, maar het karakter blijft indrukwekkend.
Wanneer je de hoop in Hope II hebt gevestigd op even wat rust als vervolg op Hope I kom je wat bedrogen uit. Hope II is namelijk even zozeer niets ontziend aanwezig en walst onvermoeid over je heen met wederom dat bijna vrolijke gitaaraccent. En terwijl je in Hope II  nog onverminderd mee wordt genomen in de maalstroom van The Voynich Code, blijkt Immortalis wel dat rustpunt te zijn. Die oase in de orkaan.
Op het album Aqua Vitae wordt de band in een drietal composities bijgestaan door collega’s. Zo wist de band Jake Luhrs (August Burns Red) te strikken voor wat gastgrowls in Delusio, Andrew Patterson in het uptempo King For A Day en bood multitalent Ed Garcia (Vitalism) zijn diensten aan in Behind The Mirror.
Afsluiter The Weight Of A Mortal’s Soul is wat toegankelijker, heeft de gebruikelijke ingrediënten  en Nelson Rebelo klinkt juist in deze compositie krachtiger en imposanter dan ooit. Een mooie afsluiter voor een album dat gaandeweg iets van verzadiging in zich leek te hebben, maar uiteindelijk toch met een flinke twist de aandacht weet vast te houden.
Aqua Vitae is een album met brute composities die de snelheid van deathmetal in zich heeft, death-/metalcore elementen herbergt en aan de andere kant zwaar geschut in de strijd brengt. Het album heeft wel enige luisterbeurten nodig om de afzonderlijke composities goed te doorgronden en de subtiele accenten op te merken.
Op 26 mei kun je de band live aanschouwen in Tilburg.

Kijk ook eens naar