De symfonische neo-prog band met de oer-Nederlandse naam komt uit Oslo, Noorwegen en werd daar in 2001 geformeerd. Na jaren aanrommelen en diverse wisselingen in de bezetting verscheen in 2010 het debuutalbum To Be Continued. Dat tweede album kwam er inderdaad in 2013. Met als toepasselijke titel The Continuation. Vijf jaar moesten de fans wachten op een nieuw album. Met het door Karl Groom gemixte en gemasterde Tribus wordt dat lange wachten beloond. En ruimhartig ook.
De Noren winden er geen doekjes omheen dat ze zijn beïnvloed door Camel, Genesis, IQ, Pink Floyd, Mostly Autumn en Jethro Tull. De invloeden van al deze groepen hoor je net als op de eerste twee albums terug op Tribus. Verwacht niet dat op een van de vijf nummers grenzen worden overschreden. Alles gaat onder het motto ‘veiligheid voor alles’.
The Windmill bewees op voorgaande albums al dat ze een goede epic kunnen componeren. Op Tribus staat ook een epic. Het bijna 24 minuten durende en uit elf delen bestaande The Tree, waar het album mee start. De intro bestrijkt ruim zes minuten en is een van de mooiste die ik in lange tijd heb gehoord. Variërend van akoestisch en elektrisch gitaarspel tot fluit en prachtige synthesizer tapijten. Men ziet kans de volle speelduur te boeien dankzij onder meer de prettige stem van Erik Borgen. Zowel in het hoog als laag klinkt zijn stem helder en aangenaam. Muzikaal gezien waaiert het nummer uiteen in een breed uitgesponnen palet van melodieuze symfo a la Camel, Pendragon, Silhouette, Pink Floyd en IQ. Maar ook Arena en Magic Pie vanwege de soms stevige gitaarpartijen.
The Tree kent veel lange instrumentale passages. Storm is volledig instrumentaal. Ik vind dat ook een kwaliteit van de band, want nergens wordt het saai of mis je vocalen. Het toch wel kenmerkende fluitspel van de band komt ook op Storm ruimschoots aan bod. Maar we horen ook klarinet. Doordat de opbouw keurig is verzorgd en stukken breed worden uitgesponnen krijgt de muziek gelegenheid om te beklijven.
Een stuk steviger is het puntige en vrij eenvoudig klinkende Dendrophenia. De Noren blijken hiermee van alle markten thuis te zijn. Op Make Me Feel keert het fluitspel terug. Het nummer is een gevarieerde mini-symfonie met een middeleeuws-klassieke uitstraling. Tribus besluit met het vrolijk klinkende Play With Fire. Naast fluit komt ook toetsenwerk uitgebreid aan bod. Zowel de melodie als het meerstemmig refrein spookten nog dagenlang in mijn hoofd rond.
Noorwegen begint zich steeds duidelijker te manifesteren als land dat veel meer te bieden heeft dan fjorden en doom metal bands. The Windmill is een groep om in de gaten te houden. De gewiekte band zal op een Hollands podium zeker niet misstaan.