Galopperende traditionele metal riffs en veel elementen uit de NWOBHM worden samengesmolten met Black Sabbath/Stoner achtige grooves en een bijna voelbare kille, onheilspellende ondertoon. De pakkende hooks en breaks vliegen je trouwens ook zo nu en dan om de oren.
The Exit garden is het vierde album van deze Spanjaarden uit Bilbao. De tachtigerjaren met Iron Maiden en soortgenoten zijn goed beluisterd door de band. Vooral de samenwerking tussen de gitaristen is zeer aangenaam om naar te luisteren. Niet eens zozeer door een buitensporige virtuositeit, maar juist de effectiviteit is prijzenswaardig. Datzelfde geldt voor de ritmesectie; geen overbodige hoogstandjes (die net niet gehaald kunnen worden), maar doeltreffend en strak. De zang is misschien enigszins discutabel. Vooral in de hogere regionen wil het wel eens knijpen en kan dit sommige luisteraars wellicht tegenstaan.
Een paar nummers wil ik er even uitlichten; Full Moon In Scorpio (ook de titel van hun tweede album trouwens) vangt aan met een interessante NWOBHM riff, schakelt en verzwaard naar Black Sabbath taferelen en beukt en dreint daarna in een meeslepende groove het nummer door, naar mooi opgebouwde solo en eindigt in stijl. Een track waarbij het arrangement en de instrumentale invullingen, vooral het intermezzo met de mooi opgebouwde solo, erg interessant zijn, maar de zang misschien tot twijfel kan leiden, is Oniros. De leadgitaar had hier trouwens ook net iets meer boven de slaggitaar uit mogen steken qua volume in de solo. De zang is in de Black Sabbath-groove stukken a la Ozzy nog goed te hebben, maar wanneer de strakkebroeken-hoogtes knijpend en piepend – en ook nog eens lijzig, langdradig – gepresenteerd worden, haak ik persoonlijk bijna af. Waarschijnlijk ben ik een uitzondering die er zo over denkt, want vreemd genoeg hebben ze juist dit nummer ook nog als single en clip gekozen. Ook de afsluitende ballade Dawn Of Another Life voegt wat mij betreft niet echt iets toe; deze komt nogal nietszeggend, bijna als liftmuziek langs kabbelen. De meeste nummers zijn echter ook voor mij gelukkig toch nog zeer behoorlijk te beluisteren. Als je liefhebber bent – zoals ik – van arrangementen waarin NWOBHM elementen afgewisseld worden met sinistere, donkerder Black Sabbath-achtige passages (en als de vocalen niet te veelvuldig langdradig in de hogere regionen blijven hangen), is dit album heel aardig luistervoer. Voor alleseters van tachtigerjaren metal is dit vast ronduit een aanrader en anders kun je misschien een beetje selectief luisteren, om te genieten van de mooie elementen van deze muziekjes.