Eind oktober komt Theocracy gelukkig met het nieuwe album Ghost Ship. Een album dat over het algemeen geheel voldoet aan de verwachtingen. Met het openingsnummer Paper Tiger ben ik, misschien bevooroordeeld, meteen in de ban van het geluid van Theocracy. Het uptempo powermetalgeluid klinkt me letterlijk als ‘muziek in de oren’. De start met het sterke drumgeluid en de fraaie melodielijn mondt uit in een lekker refrein terwijl het tempo onophoudelijk aanwezig blijft. Even is er een korte riffovername, gevolgd door een gitaarsolo. Het geheel nodigt uit toe meezingen, meetrommelen of een portie luchtgitaarspelen.
Nauwelijks bijgekomen van het nummer kondigt het titelnummer Ghost Ship zich aan. Ook hier een hoge meezingfactor. Met dien verstande dat je even goed oplet op het afwijkende drumritme in de refreinen. Ghost Ship heeft alles wat een Theocracy-compositie zo herkenbaar en eigen maakt. Er wordt gewerkt met tempoverschuivingen, het is intens en het begrip ‘episch’ kan er als groot etiket op geplakt wordt. Werkelijk het pronkstuk van het album. De ‘Batavia’ op het album. Dat gevoel voor epiek, voor het vasthouden van de intensiteit en het spelen met tempo’s mag het kenmerk van Matt Smith genoemd worden. Het maakt ook niet uit hoe lang een nummer bij Theocracy duurt. Het blijft ongenadig interessant om te beluisteren. Dat is merkbaar in het meer stevige The Wonder Of It All, of in het tien minuten durende nummer Easter. Een nummer dat start met een prachtig akoestisch intro waarna de ‘power’ langzaam aanzwelt en waarin de dubbelzang voor meer diepte zorgt. Dat akoestische aspect komt gaandeweg het nummer nogmaals terug waarin gitaar en zang voor emotionele taferelen zorgen en werken naar een meer bombastisch einde van het nummer.
Dat het niet allemaal uptempo is, bewijst Theocracy als het wat gas terug neemt in de eerste single Wishing Well. Een nummer met een wat gotisch intro en een aanvankelijk gevoelig karakter. De versnelling halverwege en de strakke gitaarriff geeft het geheel toch een krachtiger einde. Ook in het daaropvolgende Around The World And Back weet Matt Smith emotie en kracht te bundelen. Vooral de koorzang zorgt voor een meer emotionele sfeer, met altijd weer dat uitzonderlijke gevoel voor een pakkend refrein.
Ten aanzien van de vorige albums van Theocracy is er ook wel een afwijkende kant op het album Ghost Ship. Stir The Embers, A Call To Arms en Currency In A Bankrupt World neigen meer naar de rockkant dan naar de powermetal. In Stir The Embers lijkt het stemgeluid van Matt in het begin zelfs wat op Dave Mustaine en is Currency In A Bankrupt World eigenlijk bijna on-Theocratisch te noemen. Stuk voor stuk zijn het goede nummers, want dat kun je rustig aan Matt Smith overlaten, maar het is niet het geluid dat ik gewend ben van de band.
De hooggespannen verwachtingen die in vijf jaar zijn opgebouwd, zijn met Ghost Ship echter ruimschoots ingewilligd. De rockkant was even wennen, maar dat lukte vrij snel. De epische powermetal waarin de band grossiert, komt daarnaast ruimschoots aan de orde met Ghost Ship en Easter als boegbeelden van de positieve vibe van de band. Dit was het wachten meer dan waard.