Thundermother heeft het nieuwe album Black And Gold uit en de ambitie lijkt dat de dames eerder voor het goud gaan dan voor het zwart. Alles is op dit album grootser dan op Heat Wave uit 2020. Hardrock is al een tijdje terug en Thundermother neemt enkel genoegen met de hoogst haalbare medaille.
Niemand die het hen niet gunt, het grote succes. Thundermother is één van die hardwerkende bands die ook nog eens gezegend zijn met een flinke portie talent en die zich laten omringen met mensen die de ster van Thundermother nog wat harder kunnen laten schitteren. Producer Soren Andersen is niet de bekendste naam in het wereldje (al staan Artillery, The Dead Daisies en Tygers Of Pang Tang op zijn adelbrieven). Maar hij deed al de mixing voor Heat Wave, tot dusver het meest succesvolle album van de Zweedse band. In de stoel van producer doet hij het zeker niet slecht. Hij verstaat de kunst om songs echt te doen knallen.
Zelfs een goede producer kan van een brakke song geen hit maken, maar dat probleem stelt zich niet. Bij Thundermother zijn ze gegroeid als songschrijvers en dankzij het vele touren weten ze perfect wat een song nodig heeft om een publiek op sleeptouw te kunnen nemen: catchy hooks en riffs, refreinen die zich meteen tussen je twee oren nestelen en veel, heel veel ‘wooohooo’ om direct mee te brullen. Dit album is daarmee op maat gemaakt voor de stadions die ze bij Thundermother ambiëren, maar ze verdienen het. Alle truckjes van Bon Jovi en Aerosmith passeren de revue, tot de kleffe gebroken hart-bluesrockballad (Hot Mess) toe.
Het album opent met The Light In The Sky en titeltrack Black And Gold, twee full bangers van formaat. Raise Your Hands is dan wat braaf en mak (had daar niet ‘horns’ of ‘fists’ moeten staan in de plaats van hands?), maar nog steeds een heel degelijke song. Hot Mess stapelt een hoop clichés op elkaar en ook Wasted is in de lyrics en songopbouw heel voorspelbaar. Maar ook voor deze twee geldt dat het nog steeds heel degelijke songs zijn waar andere bands jaloers op mogen zijn.
Een fel schitterend diamantje is Watch Out. Op deze track ontwijkt Thundermother netjes alle clichés van het genre met een knappe melodie over een galopperend ritme. Een heerlijk opzwepend tempo. De solo is dan weer wel heel klassiek opgebouwd. Wat een knaller. De riff waar I Don’t Know You mee begint lijkt meer dan geïnspireerd door een bestaande intro (gepikt willen we niet zeggen), maar de Moeder van de Donder weet die uit te spinnen tot een hartstochtelijke poprocksong in de traditie van Pat Benatar of Joan Jett, met een koortje met duidelijke stadion-ambities.
Looks, No Hooks heeft ondanks de songtitel een paar stevige hooks. De dames komen makkelijk weg met de lyrics, terwijl een man met dezelfde uitspraken wellicht het hele woke MeToo-leger tegen zich in het harnas zou jagen. Loud And Free en Try With Love gaan meer naar AC/DC op speed, zoals deze Zweedse band dat vroeger wel meer deed. Stratosphere heeft een intro die we eerder bij Ozric Tentacles of Pink Floyd verwachten, maar dat compenseren ze met een voor de rest heel klassieke bluesrock-song. En het levert wel opnieuw een knappe song op.
Zoals wel vaker zit het zuiverste goud aan het einde van de ader en dat telt ook voor Black And Gold. Borrowed Time is een hartverscheurende ballad over het moment waarop je als band van het podium gaat na een schitterend concert. Je probeert als bandlid het gevoel vast te houden, maar je weet dat er binnen enkele minuten, na de selfies met de fans en de handtekeningen op de merch, een diepe, zwarte leegte volgt. Dat moet dan dat ‘zwart’ zijn in de albumtitel.