Het verhaal van Treat is rijk aan toppen en dalen, aan vallen en weer opstaan. De Zweedse band wist vanuit Stockholm in de jaren tachtig veel succes te boeken in het thuisland en de rest van Europa. In de Verenigde Staten wist de band echter eigenlijk nooit echt voet aan wal te krijgen. In 1989 bracht de band het album Organized Crime uit en werd de bezetting flink versterkt. Het bleek geen succesalbum te worden en leadgitarist Anders Wikström besloot de band te verlaten. In 1990 werd zanger Robert Ernlund vervangen door Candlemasszanger Mats Levén en werd het album Treat uitgebracht. Het uitblijven van succes zorgde ervoor dat de band het voor gezien hield.
Toen in 2005 een compilatiealbum werd gelanceerd, bleek het geluid van Treat toch aan te slaan. Reden voor de bandleden uit 1989 om het toch weer te proberen. Inmiddels is het 2016 en komt de band verrassend met Ghost Of Graceland, als opvolger van Coup Of Grace uit 2010. De band laat na al die jaren (en desillusies) een fris geluid horen op het nieuwe album. Bewust hebben ze ervoor gekozen om terug te keren naar hun roots, naar de muziek en de helden van weleer (Kiss, Van Halen, Deep Purple en UFO). Toch ligt er een kleine verandering volgens Wikström: ”We’re middle aged now, I just turned fifty. In our twenties it was all about babes, booze and rock’n’roll. Now we are husbands and fathers with responsibilities. We’we grown up, just like our fans. I wanted that to reflect in the lyrics”.
Met titelnummer Ghost Of Graceland is het meteen midden in de roos. Een heerlijk nummer waarbij je je inderdaad waant in een andere eeuw, alsof je in een tijdmachine decennia terug bent gegaan. Het klinkt heel vertrouwd en heeft een tijdloos karakter. Dat vertrouwde geluid en aanstekelijke melodieën krijg je vaker voorgeschoteld op het album. In Nonstop Madness, dat gesierd wordt door een kenmerkende, doch doeltreffende riff ga je zeker ook terug in de tijd. Maar ook in het aanstekelijke Inferno, House On Fire en Better The Devil You Know laat Treat je zeker niet ongemoeid. Qua tempo moet je je een vierkwartsmaat voorstellen in een dansbaar tempo, terwijl gitaarsolo’s én keyboardsolo’s haasje-over doen en je intrigeren en de refreinteksten naadloos overlopen vanuit de coupletten. Het blijft allemaal zo lekker in je hoofd hangen dat je je er af en toe ineens bewust van ben dat je het nummer hardop staat mee te zingen.
Dat Anders Wikström zijn levenservaring meeneemt in zijn teksten wordt goed duidelijk in I Don’t Miss The Misery. Het nummer gaat er in het kort over dat er altijd weer hoop is en dat je op een bepaald dieptepunt toch een uitweg weet te vinden en dat in een bijna bluesy-achtig rocknummer. De rol van vader die zijn kinderen leert om het maximale uit het leven te halen horen we terug in Do Your Own Stunts.
Een oude rockplaat is geen oude rockplaat wanneer er niet ook een krachtige ballad op staat. Ook daar is Treat wonderwel goed in geslaagd. In het prachtige Together Alone is het niet alleen genieten van het subtiele spelen met emoties, maar horen we Wikström als leadzanger, wat bijzonder goed uitpakt.
In eerste instantie leek Ghost Of Graceland me een té makkelijk album, maar naarmate de luisterbeurten vorderde, kreeg ik de smaak te pakken en werd de repeatknop al gauw regelmatig de belangrijkste knop. Treat heeft zichzelf met Ghost Of Graceland overtroffen met een album vol aantrekkelijke nummers die fris en tijdloos klinken.
Treat – Ghost Of Graceland
305
vorig bericht