Er zijn heel wat overeenkomsten tussen Alder en Etch en toch ook een aantal verschillen. De nieuwe tracks werden niet gecomponeerd tijdens jamsessies in het repetitiehok, maar vanop afstand. Dan moet het toch zijn dat de marsrichting vooraf al duidelijk was, want het is vooral opnieuw in opbouw en compositie, in het jongleren met intensiteit dat Turpentine Valley excelleert. Dit trio toont hoe instrumentale postmetal zo veel meer kan zijn dan ‘enkel’ de juiste sfeerzetting door het kiezen van het juiste gitaargeluid. O.m. in Teloor gaan ze knap om met vooral repetitieve ritmes om eerst een dreigende sfeer neer te zetten en daarna, kort, een soort van verlossing. Tremor is nog zo’n geweldige speeltuin van intensiteit. Ook op Etch was die compositiesterkte reeds duidelijk aanwezig en misschien zelfs nog wat tastbaarder dan nu op Alder. De structuren zijn er zeker nog, maar ze vallen minder op.
De verschillen dan met het debuut. De intro’s zijn sterker en dat heb je in dit genre echt wel nodig als je de tracks individueel een eigen gezicht wil geven. Daar hebben ze bij Turpentine Valley deze keer ook op andere manieren aan gewerkt. Voorts klinken bas en drums iets warmer en minder log en als geheel is Alder nog een paar tinten donkerder dan Etch.
Opvallend is dat dit album wordt afgesloten met een gedicht/spoken word van Pieter-Jan De Paepe die o.m. aanhaalt dat zwart geen kleur is, maar een gebrek aan kleur. De Paepe is de zanger van Deep Purple-tributeband Made in Purple en acteur voor tv en musicals.
Alder is beschikbaar op vinyl, CD en zelfs op tape en is – afgaand op het artwork – vernoemd naar de boomsoort els en daar bestaat wel wat symboliek en thematiek rond die waarschijnlijk weinig met het album te maken heeft. Els is vooral geschikt voor houtsnijwerk en als we wikipedia mogen geloven is Amsterdam gebouwd op funderingspalen in els. De conclusie ligt dan ook voor de hand: op Alder toont Turpentine Valley dat ze als postmetalband uit het juiste hout gesneden zijn.