Bij The Righteous And The Rest is het nog even aftasten naar de ´ziel´ van de muziek van Tylor Dory Trio voor mij. De start is instrumentaal neergezet en het is even wachten op het vervolg. De spanning stijgt en vanuit een stiltemoment is er dan ineens de ingetogen zang die meteen aangrijpt. Bovengenoemde invloedrijke bands worden al luisterend aangevuld. Muzikaal liggen er mooie vergelijkingen met de landgenoten van Borealis, terwijl er ook zangtechnisch gedacht wordt aan Lonely Robot. Ik kan dan ook alleen maar concluderen dat de eerste klap meteen raak is. Onregelmatigheden geven het geluid een prettig karakter en past uitstekend in de basismelodie. Het loopt daarna mooi over in Comatose dat in het verlengde iets krachtiger is neergezet, maar het Tylor Dory Trio laat horen dat zij uitstekend de taal van de variatie beheersen. Geen licht zonder donker, geen zoet zonder zuur en geen hemel zonder aarde. Die yin-yangedachte past hier uitstekend. De sfeer is mooi wanneer Tylor even lekker soleert om daarna het arsenaal aan muziek weer open te gooien. Screams en grunts bieden nog dat extra gewicht in de strijd.
Bijgekomen van de eerste tien minuten is het duidelijk dat Unsought Salvation wel een potje gaat breken bij me. The Fallen Man heeft mooie wendingen en binnen een progkarakter een heel toegankelijke kant. Het gekke met dit album is het feit dat je zoveel herkenbare invloeden hoort, terwijl het onmiskenbaar het eigen geluid van het Tylor Dory Trio is dat je aanspreekt. Bij Dying Light moet ik aan Leigh Oates (Order Of Voices, Xilla) denken in het ingetogen geluid van de compositie. Met The Spaces In Between is er dan weer een krachtiger geluid dat een mooie melodie heeft en waarin het drumwerk van Jonathan overtuigend is opgenomen en ervoor zeker voor zorgt dat de vaart er danig in blijft. Ten aanzien van de sfeer word je hier weer lekker heen en weer geslingerd en buitelen de gevoelsneuronen over elkaar tijdens het luisteren. Dat lekkere progressieve gevoel gaat zeker door in de eerste single East Of Eden dat eindigt met een fraai stuk akoestische gitaar die naadloos overloop in Glass Menagerie. Van de sereniteit van Glass Menagerie wordt er danig geragd in Marionettes (Of Distant Masters). Mooie stemuithalen doen me denken aan Chris Cornell in de beginperiode van Soundgarden. Dat past uitstekend in de meer ruige setting van de compositie waarin het basgeluid van Slave even sterk naar voren komt.
Op ieder album staat dan ineens een compositie waar je niet zoveel mee hebt. Hier is dat Into The Maelstrom. Niet slecht, maar gewoon niet een compositie die aanspreekt. Maar dat maken de drie heren zeker goed met Cenotaph. Een epische afsluiter van bijna een kwartier waarin ze een intro neerzetten dat bij Rush weggelopen zou kunnen zijn. Dit is prog zoals ik het graag hoor en waarin het stemgeluid weer richting Leigh Oates gaat. Cenotaph is onregelmatig qua ritme en wisselend in tempo en heel even moet ik aan de langgerekte maar nooit saaie composities van Opeth denken. Ook hier wordt er een grunt ingezet om het geheel wat krachtiger naar voren te zetten. Het is een prachtig slotoffensief waarin alle elementen nog een keer uitvergroot en ingepland zijn. En het is zo mooi dat de sample aan het eind van de compositie voortgezet wordt aan het begin van het album waardoor de cirkel helemaal rond is als een kerstbal.
De muziek van Tylor Dory Trio mag dan aan alle kanten herkenbaar beïnvloed zijn door tal van bands waar mijn voorliefde toevallig ook ligt. Uiteindelijk is de optelsom van al deze invloeden uitgemond in een lekker album in het progressieve genre waarin heel veel te beleven en te genieten valt. Dat ik het album even (links) heb laten liggen, snap ik achteraf niet zo goed. Voor mij een heerlijke kennismaking met dit trio.