IJsland is een prachtig land. Tenminste voor toeristen en geologen en wetenschappers. Maar voor opgroeiende jongeren heeft Ijsland veelal een andere betekenis. Door de geïsoleerde ligging en het feit dat het maanden donker en koud is in deze tijd van het jaar, komt het voor dat verveling en depressies veelal op de loer liggen. Ook de leden van Une Misère, en voornamelijk zanger Jón Már Ásbjörnsson, kunnen daarover meepraten. Het gevolg hiervan was overmatig drank- en drugsge(/mis-)bruik. Doordat ze de drank en drugs vaarwel hebben gezegd en hun energie zijn gaan stoppen in het maken van muziek, is Une Misère ontstaan.
De vijf jongens/heren hadden het idee en doel om gewoon keiharde metal te gaan maken en dat is niet onopgemerkt gebleven en optredens in de Wacken Battle, Wacken Open Air en het voorprogramma van Slayer in Ijsland leidden uiteindelijk tot een samenwerking met Nuclear Blast Records.
De muziek van Une Misère is al veelal vergeleken met Slipknot en Machine Head, maar ik zou daar zeker het Britse Blood Youth aan toe willen voegen. Une Misère maakt net als de Britse collega’s gebruik van de ongebreidelde energie die omgezet wordt in woeste muziekpartijen.
De twaalf composities in ruim een half uur zijn namelijk stuk voor stuk een aaneenschakeling van een woeste metalkracht. In Sermon ligt de vergelijking met Slipknot sterk op de voorgrond door de opzwepende basis die een groove herbergt waar je even stil van wordt om vervolgens te bemerken dat je nek je hoofd van voor naar achteren beweegt in een pompend ritme.
Maar dit is maar een voorbeeld. Overlooked / Disregarded is hard en snel ingezet. Drummer Benjamín Bent Árnason zet er flink de vaart in en bassist Þorsteinn Gunnar Friðriksson houdt hem niet alleen bij, hij lijkt het zelfs op een gegeven moment in te halen met een sterk basgeluid. Halverwege loopt de deathmetaltrein langzaam over in een doomfestijn om uiteindelijk met een laatste gitaarklank weg te vagen.
Maar niets op het album heeft een zo erge aantrekkingskracht als de compositie Beaten. In Beaten verrast Une Misère me terdege met een intro waarbij techno-elementen centraal staan. Wanneer het gitaarduo Gunnar Ingi Jones en Fannar Már Oddsson invalt is het hek van de dam en grooved de band dat het een lieve lust is. Zanger Jón Már Ásbjörnsson reclameert zijn teksten er met gemak en energiek overheen. Wanneer de compositie stil lijkt te vallen is dit een misleiding. In een diep, traag, donker karakter wordt er verder doorgepakt met het uitschreeuwen van éénlettergrepige woorden die een ondergrondse oerkracht uitstralen. De compositie eindigt dan wederom met de techno-elementen maar tijd om te rusten krijg je niet omdat Grave meteen wordt ingezet dat als bruggetje naar Failures dient om van daaruit verder te gaan op de diepgevroren Ijslandse metalweg die ze zijn ingeslagen en met vurige precisie geselen totdat met Voiceless het doel bereikt is.
Ik moest heel even wennen aan Sermon, maar deze Ijslandse band heeft wel degelijk een dijk van een album neergezet waar menig metalhead zijn head over kan breken. Maar liever, zijn head voor kan buigen.
Une Misère – Sermon
338
vorig bericht