De oerbezetting van Mountain bracht tussen 1970 en 1974 vier albums uit. Met andere bezettingen bracht West tussen 1985 en 2007 nog vier albums uit onder de naam Mountain, maar de bekendste tracks dateren uit die eerste periode. Zelfs als de titels je niet zoveel zeggen, dan nog zul je songs als Blood of the Sun, Nantucket Sleighride, Theme for an Imaginary Western en Mississippi Queen waarschijnlijk wel herkennen als je ze hoort.
De bijdragen komen van niet de minsten: West’s bandleden Bobby Rondinelli (drums) en Rev Jones (bas) zijn te horen met Zakk Wylde (Black Label Society), Joe Lynn Turner (Rainbow), Dee Snider (Twisted Sister), Mike Portnoy (Sons Of Apollo), Steve Morse (Deep Purple), George Lynch, Slash en Yngwie Malmsteen bijvoorbeeld, en dat is nog maar de helft. Het risico met een album met verschillende muzikanten is dat het een rommeltje wordt en dat hebben ze hier niet helemaal weten te vermijden. Vermoedelijk is door Covid al het materiaal in thuisstudio’s opgenomen, wat verklaart dat soms het geluid van de snaredrum, zoals bijvoorbeeld in Yasgur’s Farm, erg afwijkt van dat in andere songs. Er is veel recht te breien in de productie, maar niet alles. Voor het overige zijn de versies degelijk, zij het vaak wat van-dik-hout-zaagt-men-planken.
Bij albums als deze is het succes grotendeels afhankelijk van de gekozen zangers. Zakk Wylde weet alles als Black Label Society te laten klinken, zo ook opener Blood Of The Sun. Joe Lynn Turner zet een mooie Nantucket Sleighride neer met gitarist Marty Friedman maar overschreeuwt zich wat in Yasgur’s Farm. Dee Snider klinkt goed op Theme From An Imaginary Western en weer minder in Never In My Life. Drie van de songs worden gezongen door Ronnie Romero en eerlijk gezegd vind alleen Money (Why Don’t Cha) met Steve Morse geslaagd. Blackberry Smoke’s Charlie Starr klinkt in Silver Paper alsof ‘ie gewoon een Blackberry Smoke-song ten gehore brengt. De medley Money (Whatcha Gonna Do)/By the River van Bachman & Bachman is een lekker logge bluesrocker, als een soort ‘Mountain goes ZZ Top’. Opvallend is Long Red, waarin zanger Teddy Rondinelli nog verrassend veel ruimte krijgt van Yngwie Malmsteen, die er – minder verrassend – niettemin een eighties-shredfest van maakt. In afsluiter Missisippi Queen is Slash goed maar amper herkenbaar, Dirty Honey-zanger Marc Labelle is degene die deze versie kleur geeft.
Covers- en tributealbums, daar heb ik er heel wat van. Soms zijn ze geweldig, soms is het een dramatisch rommeltje, soms is het overduidelijk alleen maar makkelijk cashen. Dit album is geen van drieën. Het klinkt als een serieus genomen eerbetoon, hoewel zoals hiervoor te lezen niet altijd even overtuigend. Het maakt dat ik helaas niet verwacht dat ik dit album nog heel vaak zal draaien.
Meer audioclips op het Mascot YouTubekanaal