Een Ijslands affiche in de kleine zaal van de Effenaar: het viertal van Vök, met Axel Flóvent als opwarmertje. Vök maakt muziek die net zo ongrijpbaar is als die van landgenoten Björk en Sigur Rós, waarbij laatstgenoemde een duidelijke inspiratiebron is: dromerige indie-muziek, intens en meeslepend.
Als zelfbenoemd dreampop-liefhebber met een neusje voor al het goeds dat uit IJsland komt mag het een raadsel heten waarom uw verslaggever niet bij het optreden van Vök in Altstadt was, zo’n anderhalf jaar geleden. Gelukkig was daar de herkansing in Effenaar, de tweede show van Vök’s tour om debuutalbum Figures te promoten. Het album is nog niet uit, maar er staan al genoeg voorproefjes op de setlist vanavond. Om te beginnen met Breaking Bones, de catchy tweede single die al uitgebracht was. Even verderop is Show Me te horen, de single waarmee de stilte een paar maanden geleden werd doorbroken.
Ondanks dat ze nog geen officieel album uit hebben (enkel de EP’s Circles en Tension) heeft Vök al de nodige harten veroverd, getuige de schare fans op de eerste rij die alles meezingen, van oud tot nieuw. Oké, de IJslandse nummers wellicht wat minder, maar dat deert niet. Vök weet een sfeer neer te zetten waarin alle nummers samensmelten tot één groot, intens geheel. Woorden, instrumenten en bandleden verliezen hun identiteit en gaan op in een groter geheel dat méér is dan de som der delen. Ook de minimalistische lichtshow stipt dit goed aan: er staat nooit echt iemand in de spotlights, en soms is de duisternis zo aanwezig dat ook visueel bandleden opgaan in de achtergrond.
Vaak is het niet bepaald goed als je zegt dat de nummers één geheel vormen. Dat je eigenlijk wil zeggen dat alles op elkaar lijkt. Voor Vök is het vanavond bedoeld als een oprecht compliment. De nummers staan sterk, staan als een huis samen, en zijn klaar om meer te veroveren dan alleen de kleine zaal van de Effenaar.