Opener Ascension klinkt al vertrouwd. Het aanbod van progrock in een handzaam pakketje werkt wederom. De gruntpartij werkt verfrissend en verrassend. Precies op het moment dat het muzikaal toeneemt in kracht. Het subtiele gitaargeluid grijpt een beetje terug op het geluid van Silent Running in de jaren tachtig. Deze subtiliteit staat niet op zichzelf. Heel de compositie is gevuld met details die langzaam opbloeien bij meerdere luisterbeurten en zich sterker profileren wanneer het volume flink toeneemt.
Dat gebruik van de grunts blijft niet alleen beperkt tot Ascension. Ook in het sterke Disconnected vinden we die tegenhanger van het heldere stemgeluid van Daniel Estrin. Disconnected is een uptempo compositie die gesierd wordt door een sterk keyboardgeluid. Drummer Ashley Doodkorte geeft de compositie extra snelheid door zijn pompende en strakke drumwerk. Ook hier maakt Voyager dankbaar gebruik van tempowisselingen en zet de gruntpartij zich op het goede moment in. Juist op deze momenten/in deze composities merk je de voorliefde voor de muziek van Opeth. Een band die tot de verbeelding spreekt en waarvoor ze het voorprogramma mochten verzorgen toen de Zweden in Australië optraden.
Gitaartechnisch zijn Lifeline en The Fragile Serene fraaie composities waarin de riff belangrijk is in het totale geluid. Lifeline is wat langzaam van aard. De gitaarriff is sterk aanwezig. Het tempo wordt vooral bepaald door de zang in de refreinen. Voyager werkt lekker met onregelmatige ritmes waarover zanger Daniel Estrin zingt: “It’s always the same”. Dat is het nu net gelukkig niet. De compositie The Fragile Serene start met een raggende riff die bij het inzetten van de zang op de achtergrond door blijft ‘brommen’ terwijl het onregelmatige drumritme het accent mooi verlegt. Een meeslepende melodie zorgt ervoor dat de luisteraar geraakt wordt door de sfeer van de compositie.
Het album Ghost Mile is sowieso een album waardoor je regelmatig geraakt wordt. Juist de zoektocht naar dat precaire evenwicht tussen emotie/sensitiviteit en kracht biedt de luisteraar een divers album. In As The City Takes The Night is dit sterk aanwezig, maar ook This Gentle Earth bevat die gevoelige momenten waarin het pianogeluid sfeerverhogend werkt maar niet zwijmelend wordt.
Een kenmerkende eigenschap die bij de Poolse collega’s van Riverside eveneens aanwezig is. Ergens heb ik ook het idee dat de compositie To The Riverside een verwijzing is naar deze band en zeker naar het album Eye Of The Soundscape. Sferisch en vol melancholiek zet Voyager een pracht van een compositie neer die licht gedomineerd wordt door het geluid van de piano.
Wat meer gericht op kracht is het titelnummer Ghost Mile, waarin het tempo prettig in het gehoor ligt. Muzikaal gezien leunt het fraaie stemgeluid van Daniel tegen een optrekkende muur van geluid die gaandeweg de compositie verder wordt opgetrokken en een meer krachtiger karakter krijgt om zich daarna te vervlechten met de zang en staccato als een hamerblok verder evolueert. Het is zo leuk om daarna geconfronteerd te worden met het bijna ludieke What A Wonderful Day. Na de kracht van Ghost Mile bevindt de luisteraar zich plots in een uptempo compositie waarin duidelijke techno-elementen aanwezig zijn en zelfs wat dubstep-achtige invloeden de compositie sieren. Het geheel heeft een sterk poppy karakter maar blijft ook binnen het progressieve genre opereren.
Met Ghost Mile speelt Voyager zich weer in de kijker en plant zich wat steviger in de progressieve klei. Met het consistente geluid van de band en het schrijven van kwalitatief goede composities kan het niet anders dan dat Voyager meer luisteraars aan zich weet te binden. Ik was al overstag met het vijfde album en op Ghost Mile stellen ze me niet teleur.