Het betreft het gedeelte waarbij de band de diepe grunts naadloos weet te versmelten met de melodieuze clean vocals. Met de eerste single Who I Am is er een perfect evenwicht gevonden tussen de beide zangstijlen. Muzikaal staat het als een huis door het opzwepende geluid dat drummer Stephen Kluesener en bassist Chris Gaylord als basis neerzetten voor de gitaarmuur die Cody Quistad en Seth Blake daar tegenaan zetten. Briton Bond laat horen dat hij een stem als een grintmolen heeft en Cody Quistad biedt tegenwicht door zijn clean vocals. Een mooie breakdown met een sterk vervolg laat Who I Am meteen inzakken in mijn neuronenbrij die op volle toeren meedoet. Dat opzwepende karakter krijgt, mede door sterk drumwerk, een vervolg in Prison. Maar ook hier is de blauwdruk van multizang netjes neergezet. Grave en Ghost laten horen dat Pressure nu al gerekend mag worden tot een dijk van een album. In Grave speelt de band toegankelijke metalcore waarin mooi afgewisseld wordt in kracht terwijl Ghost gezegend is met een fraaie groove die het geheel enorm interessant maakt.
Het gedeelte dat minder in het verlengde ligt van Deadweights krijgt een gezicht in Me Against Myself en Hurt. Meer dan ik gewend ben, zoekt Wage War de toegankelijkheid op in een meer mainstream karakter terwijl Hurt zelfs wat lieflijk en easy wordt aangeboden. Die poppykant komt zeker terug naar het einde van het album wanneer Forget My Name langskomt. Een aardig eenvoudig deuntje dat veel herhaling kent en met de nodige techno-elementen gemakkelijk wegluistert. Naar het einde toe neemt het wat toe aan kracht, maar het blijft vrij gemakkelijk te volgen. Ook Take The Fight, dat licht onregelmatige elementen herbergt, is ergens aardig zwaar aangezet, maar de grunts zijn wat minder krachtig waardoor het contrast minder groot lijkt en de compositie wel blijft hangen. De afsluiter Will We Ever Learn past mooi in het rijtje.
Tussendoor echter wordt er nog even flink gegrooved zoals ik dat graag hoor bij Wage War. Low past helemaal in het straatje van het geluid van de band en is gekneed volgens het pittige recept dat ik waardeer bij de band. The Line is daarbij een mooi vervolg en Fury is muzikaal en tekstueel sterk met elkaar verbonden en versterken elkaar in een adrenalineverhogende metalcoresamensmelting. Ook hier techno-elementen die hier het opzwepende karakter van Fury extra gewicht meegeven.
Ergens is Pressure dus een mooi vervolg op Deadweights, hoewel de mainstreamkant van het album soms een beetje te ver door schiet voor mij. Maar zoals ook Papa Roach en To The Rats And Wolves dat deden op hun laatste albums, eet ook Wage War hier mooi van twee walletjes waarbij de metalcorekern zich aangetrokken voelt tot het geluid op het album en er zeker ook een breder publiek wordt aangespoord om de band te volgen.
Feit blijft dat het meeste op het album goed bliljft hangen en aanstekelijk is neergezet. Ik klaag niet.