Wet Dreams zet de toon op dit album met een cover van The Trend, een Amerikaanse punkband uit de jaren ‘80. De track Band Aid rammelt en jengelt liefelijk en is één van de meest catchy songs van deze band. Garagepunk volgens het boekje, zoals ze die bv. bij de Spaanse band The Gold brengen. Er zullen nog meer van die rammelende punkrocktracks volgen, zoals het openlijk aan de Ramones schatplichtige Radioactivity, het meer naar de Britse oer-punk van The Jam en The Undertones neigende Depression of het heel opzwepende en bij momenten bijtende Bad Boy. Die laatste heeft een gitaarsolo die technisch niet bijzonder is, maar wel heel raak de juiste sfeer oproept.
Die punkrocktracks wisselen ze bij Wet Dreams af met tragere 70’s-Psychedelica. The Grateful Dead is het nog niet, maar ze komen hier een beetje in het straatje van de Nederlanders van The Kryng. Her is zo een track, met pas op het einde een heerlijke gitaarsolo die in een fuzz/noise-outro uitmondt. De bijna gênante liefdesverklaring Roliglata past ook in dat psychedelische jasje, net als Blueslata.
Het mooiste doelpunt scoort Wet Dreams met Boogie. Bij de eerste luisterbeurt lijkt het een tandenloze boogie, maar bij elke volgende luisterbeurt word je verleid door die pompende, rollende baslijn. Wie verder kijkt dan de singles, herkent hier Motörhead en zelfs The Kids (bij de Belgen dan de beginalbums niet meegerekend).
Het debuutalbum van Wet Dreams lost de verwachtingen in. Het sprankelende van The Hives hoor je enkel nog op Band Aid en dan lijkt de oogst misschien wat mager, maar zelfs bij The Hives vliegen de vonken er niet bij elke track van af. Je hoort hier een degelijke band die niet alleen zijn klassiekers kent, maar zelfs dieper wil graven.