Martin Mendez, de bassist van Opeth, brengt zijn tweede solo-album uit.
White Stones, dat de vertaling is van Piedras Blancas de geboortestreek van Martin, bestaat dit maal uit een andere bandbezetting dan op de eerste schijf Kuarahy uit 2020. De enige overgebleve van het eerste uur is de vocalist en tekstschrijver Eloi Boucherie. Deze man is de buurman van Martin en tevens de zanger van de Spaanse band Vidres a la Sang. Gitarist Joao Sasseti en drummer Joan Carles Marí Tur waren ten tijde van het Prognosis festival in 2020 al aan de liveband toegevoegd. Spijtig genoeg ging dit festival niet door anders had ons land de live primeur gehad van dit bijzondere gezelschap.
Terugkomend op dit festival. Openingstrack La Menace was door Mendez geschreven als intro voor het festivaloptreden. Een donker stuk wat erg veel weg heeft van een oude film. Eloi voegt in zijn Spaans/Franse accent wat tekst aan toe en maakt het plaatje compleet. New Age of Dark opent zwaar in de herkenbare stijl van het debuut. Joao Sasseti laat horen uit welk hout hij gesneden is en de onmiskenbare grunts van Eloi vullen de kamer op een snijdende rauwe manier. Martin laat horen dat hij ook wel wat kan shredden en dat vind ik nog steeds bijzonder. In het interview dat ik met hem mocht hebben kwam het nog ter sprake. De zwijgzame en ogenschijnlijk verlegen man op het podium kan meer dan alleen bas spelen en dat laat hij nu ook weer op dit tweede wapenfeit horen. Chain of Command gaat verder in dezelfde fijne stijl waarna het langste nummer Iron Titans inzet. Het intro doet mij denken aan die ouderwetse spaghetti westerns. Ik zie de rode bergen voor mij met een eenzame ruiter stapvoets door het zand onder een hete zon. Eloi laat mij gelukkig niet erg lang wegdromen en na zo’n drie minuten dendert de band weer lekker door. Ergens halverwege in de tekst klinkt de zin “dancing into oblivion” waar de inspiratie voor de naam van het album vandaan komt. Het is een track van acht minuten dat door de variaties goed de aandacht vast blijft houden. Woven Dream is een instrumentaal stuk dat weer even de sfeer terughaalt van het vorige intro. Het is geschreven door Martin en is net als de rest van het album een eerbetoon aan de bevolking van Uruguay. Waarschijnlijk zal hier die sfeer vandaan komen dat door de nummers heen gaat als een rode draad. Een Zuid-Amerikaans tintje dat ook nog eens versterkt wordt door de jazzy manier van drummen van Joan Carles. Freedom in Captivity kan ik wel noemen als één van mijn favoriete tracks. Meer afwisseling in de gitaarpartijen en wat solo’s. De vocalen die echt dreigend over alles heen komen zetten. Geïnspireerd door hoe de wereld momenteel in elkaar zit. Volgens Martin niet echt 100% gebaseerd op puur de pandemie maar het hele totaalplaatje. Niemand is echt vrij ook al denken wij dat wel. Afsluiter Acasia is een instrumentaal stukje gitaar.
Al met al een leuk album voor de collectie. Ik weet niet of iedere metalhead hiermee weg loopt, daar is het niet echt spannend genoeg voor. Maar zeker alle Opeth fans wereldwijd zullen hiervan smullen. Niet zozeer muziek inhoudelijk maar meer omdat er eindelijk weer eens iets nieuws uit het Zweedse kamp is uitgebracht.
White Stones – Dancing Into Oblivion
317