Wiegedood – De Doden Hebben Het Goed III

Wiegedood heeft met de Doden Hebben Het Goed 3 een slotstuk gebreid aan de trilogie die is opgedragen aan hun overleden vriend Florent Pevée (van The Rott Childs en Kabul Golf Club). Net als op De Doden Hebben Het Goed 1 en 2 prijken op dit album slechts vier nummers, waarvan telkens één albumtrack verwijst naar de albumtitel(s). Is dit nieuwe album dan gewoon meer van hetzelfde? Ja en neen.
 
Aan de band, aan het concept en zelfs aan het artwork werd weinig veranderd: drie bandleden, waarvan twee op gitaar en één op drum. Gitarist Levy neemt ook de schaarse vocalen voor zijn rekening. Het hoofdbestanddeel van Wiegedood’s muziek is nog steeds verschroeiende, atmosferische blackmetal, maar het zwaartepunt schuift bij deze Belgische band voorzichtig en maar een klein beetje op van het atmosferische naar het extreme.
 
Klonk deel 2 al een stuk organischer dan het debuut, dan laat deel 3 een band horen die binnen hun concept zowat alles tot op de grens verkend hebben. De ene zal de band daarom bewieroken voor hun vasthoudendheid, een andere zal hen een gebrek aan muzikale ambitie verwijten. Als je begint aan een drieluik met een bepaald muzikaal en inhoudelijk thema, dan is dit derde luik een logisch, maar misschien weinig verrassend orgelpunt.
 
Openingstrack Prowl laat een geluid en compositie horen die je herinnert aan het beste van Immortal en Darkthrone. Doodskalm is ondanks de songtitel heel nerveus en gejaagd. Wiegedood speelt hier alsof de dood hen op de hielen zit. Het moet zowat de snelste track zijn in de geschiedenis van de band en het atmosferische aspect komt daardoor wat in de verdrukking. Ondanks de snelheid is er knap samenspel tussen de gitaristen. Net als Prowl heeft Doodskalm naar het einde toe een rustig stukje om dan nog eens hard uit te halen. Bij Doodskalm voegt het toch wat minder toe dan bij Prowl. Een snel brandend vuur moet je niet ook nog eens eindeloos proberen gaande te houden.
 
Titeltrack De Doden Hebben Het Goed 3 verwijst met een paar steeds terugkerende akkoorden naar de vorige albums en titeltracks. Hier is het atmosferische van de eerste albums wel nog merkbaar aanwezig, al ligt het tempo in sommige passages opnieuw hoog. Deze track is dan ook veruit de meest verschroeiende van dit album. Wel opnieuw met een kalm intermezzo voorbij halfweg en dan opnieuw een uithaal van jewelste. Parool, de vierde track, maakt de klus af met alle ingrediënten van de vorige tracks: agressiever en zenuwachtiger.
 
De Doden Hebben het Goed 3 is alles bij elkaar meer van hetzelfde, maar toch met een evolutie naar net iets beter. Benieuwd naar wat dit trio kan doen als ze hun drieluik-concept loslaten.

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer