Al maanden vantevoren de Main Stage van 013 uitverkopen. Dat lukt niet veel hardcore bands. Toch is het de headliner vanavond gelukt. Of ja… Is het hardcore?
Slechts een dag of wat voor de daadwerkelijke datum werd opener Wrong Man aangekondigd. Deze band, met leden van Oathbreaker en Rise and Fall lijkt een beetje de go-to openingsact zijn voor hardcore bands deze week, ze openen de volgende dag ook voor Touché Amoré. De professionaliteit van deze act staat dan ook buiten kijf. Niet verwonderlijk met een dergelijk c.v. Wellicht een klein beetje statisch op het podium is de rauwe strot van Bjorn Dossche, die een beetje doet denken aan Jeremy Bol van eerder genoemde Touché Amoré of Derek Archambault van Defeater. De hardcore is deels rechtdoorzee, deels innovatief door het mengen van wat funk en blues in de riffs. Prima warm-up. Jammer dat veel bezoekers nog in de lange rij voor de deur staan en dit moois moeten missen.
De zaal is barstensvol als Whitney Houston’s I Wanna Dance With Somebody (Who Loves Me) door de speakers klinkt. Dat is een mooie manier om te zeggen dat Turnstile niet meer echt als hardcore band gezien kan worden, maar gaandeweg steeds meer de popmuziek heeft omarmt. Dat heeft de band echter geen windeieren gelegd. Nadat ze in zee gingen met pop producer Mike Elizondo en rond de pandemie het album Glow On uitbrachten gingen het superhard met de mannen uit Baltimore. De injectie van een meer poppy sound bracht ze onder de aandacht bij een groter publiek dan het standaard hardcore volk met Grammy nominaties tot gevolg. Ik wil niet zeggen dat ze zover af staan van hardcore als Bring Me The Horizon van deathcore, maar de noemer hardcore schiet in ieder geval toch te kort.
Vanaf het moment dat Mystery wordt ingezet verandert de zaal in een springende massa. Rondspringende vocalist Brendan Yates wordt het al gauw te warm en zijn shirt gaat uit. Noemenswaardig is de aanvulling van gitarist Meg Mills die de plectrum overneemt van voorgangers Brady Ebert en Greg Cerwonka en dat vol energie doet. Daarnaast valt het sterke bas-werk alsmede stoere podiumpresentatie op van “Freaky” Franz Lyons.
Veel moeite hoeft Brendan niet te doen om het publiek enthousiast te houden, het eet uit zijn hand. Circlepits, handgeklap, een stroom van crowdsufers, sprongen die de Gummiebeertjes (ik realiseer me dat ik mezelf hier dateer) jaloers zouden maken… De publieksparticipatie is maximaal. Dat Brendan met zoveel beweging toch vrij zuiver blijft zingen verdient respect.
Helaas begaat de band halverwege de set een doodzonde voor hedendaagse bands. Ik snap dat een band als deze toe is aan een adempauze bij een energieke set als deze. Een langdurige drumsolo is echter slopend voor de energie in de zaal. Dit kon in de jaren tachtig nog wel, tegenwoordig echt niet meer.
Gelukkig wordt vervolgd met wat oudere nummers, die van de beukende soort waar de fans van het eerste uur eens lekker op los kunnen gaan. De energie keert dan gelukkig terug in de zaal. En wanneer die energie niet groter lijkt te kunnen worden gaat de zaal werkelijk volledig uit hun collectieve plaat bij afsluiters Holiday en Blackout.
Het kan niet ontkend worden, Turnstile is zo’n band die in het rijtje ‘’grote headliners van de toekomst’’ geschaard kan worden.
Foto’s: Dian van den Heuvel