Er zijn een aantal bands die ik al ken sinds het ontstaan van mijn interesse in muziek. Een van die bands is Yes. Ondanks dat de line-up niet meer is wat het ooit is geweest, ze het niveau uit hun hoogtijdagen niet snel meer zullen evenaren, kijk ik altijd uit naar een nieuw album van deze Britse progressive rock pioniers.
Mirror to the Sky is alweer het 23ste album van de band. In 2021 bracht Yes The Quest uit. De meningen waren erg verdeeld, al heb ik sowieso genoten van het album. Het mag dan wel geen Tales From Topographic Oceans of Close to the Edge zijn, het is verre van een slechte plaat. Mirror to the Sky is in mijn ogen het beste album wat de band sinds The Ladder uit 1999 heeft uitgebracht. Een hele mooie toevoeging aan de discografie van een band die me erg dierbaar is
Roger Dean heeft ook voor dit album weer een prachtige album cover verzorgd. Dat heeft hij voor een hoop Yes albums gedaan, waaronder mijn persoonlijke favoriet: Tales From Topographic Oceans. Dat album werd niet door iedereen even goed ontvangen toen het uitkwam, dat is ook met de meest recente Yes albums het geval, wat ik eerder al benoemde. Dit is in de meeste gevallen niet terecht. Het is nagenoeg onmogelijk om als band 23 perfecte albums te leveren die constant iets nieuws brengen. Een deel van de Yes discografie volgt een formule die werkt. Ze hebben zich een aantal keer weten te vernieuwen, soms blijven ze hangen bij een genre. Het merkt meestal wel. Dat is ook met dit album weer bewezen.
Een aangename luisterervaring met een van mijn nieuwe favorieten als opener, Cut From the Stars is een fijn nummer waar de vocalen van zanger Jon Davison mooi naar voren komen. De rest van het album is consistent goed, met hier en daar een aantal hoogtepunten. Het zijn met name de wat langere nummers die me goed bevallen. Het titelnummer wordt met iedere luisterbeurt beter, evenals Unknown Place.
De minder lange nummers zien een mooie afwisseling en geven het bass-spel van Billy Sherwood mooi weer. Instrumentaal gezien is dit misschien geen lastig album, wel klinken de instrumentalen stukken erg fijn, zeker in combinatie met de vocalen die door meerdere leden van de band worden verzorgd. De productie van het album, gedaan door Steve Howe, is misschien niet van het hoogstaande niveau dat de Steven Wilson remixen van de klassieke Yes albums met zich meebrachten, toch klinkt het album fijn en fris. Geen overmatig gebruik van compressie en genoeg detail om de instrumenten en vocalen te ontleden. Het laatste nummer, Magic Potion, is een fijne afsluiter. Met lichte funk invloeden, een zweverig geluid wat fijn in de oren klinkt en lyrics die het geheel samenbrengen. Ze hadden geen beter begin en einde voor dit album kunnen kiezen.
Dit is een hele mooie toevoeging aan de rijke discografie van Yes. Fijne progressive rock zoals we van Yes gewend zijn, met vocalen die op tijden aan Jon Anderson doen denken. Ondanks dat dit album het niveau van de klassieke Yes albums niet haalt, is het een hele sterke plaat en een van de betere albums in hun discografie. Een aanrader!