Het album opent met Arachnophobia. We horen rauwe synthesizer klanken die we herkennen van Derek Sherinian (Dream Theater, Platypus, Planet X). Met Dream Theater hebben we gelijk de inspiratiebron van Ypnos te pakken. Daar doen de heren op dit nummer niet moeilijk over. Ook zanger Christian Peretto doet qua zangtechniek denken aan James Labrie. Labrie is een Engelstalige Canadees die het Engels van nature machtig is. Dat kan van Peretto helaas niet gezegd worden. Zijn zware Italiaanse drukt een fors stempel op dit album. Soms is zijn uitspraak zo slecht dat niet te verstaan is wat hij zingt. Daarmee haakt hij de zeker aanwezige potenties van Ypnos pootje. Dit is een probleem wat overigens meer Italiaanse bands hebben. Mijn advies aan Ypnos: zing in je moedertaal of zoek een zanger die het Engels wel beheerst. Zo, de toon is gezet.
Het leeuwendeel van Beholder is ingeruimd voor Tyranny Suite. Het is een muzikaal reisverslag door het menselijke brein en gaat over de emoties die de mens vanaf van geboorte tot de dood ervaart. De zeven nummers zijn apart geïndexeerd en vloeien niet in elkaar over. Van een echte epic is dan ook geen sprake. Tyranny Suite: I. The Beginning (Birth of a New Slave) is een symfonisch met toetsen doorspekt instrumentaal nummer wat abrupt eindigt met een huilende baby. Toetsen voeren overigens toch de boventoon op deze cd. Luister maar naar het begin van Tyranny Suite: II. State of Grace. Halverwege wordt het gitaarspel dominanter en krachtiger. En we horen zowaar de eerste van de spaarzaam aanwezige gitaarsolo’s. Tyranny Suite: III. March of the Tyrants (The Tempest, Pt. 1) vind ik het hoogtepunt van deze suite. Mede vanwege het lekkere staccato gitaarwerk en de meer voorgedragen dan gezongen teksten. Op Tyranny Suite: V. Reality (State of Conscience, Pt. 1) neemt men gas terug en is er een hoofdrol voor gitarist Davide Morisi met een fraaie melodieuze solo. Wanneer je het accent even wegdenkt zijn de vocalen op dit nummer zelfs aangenaam. Tyranny Suite: VII. The Ending gaat over de naderende dood en sluit dit epos sinister af met het luiden van doodsklokken.
Resteren nog twee nummers. Northern Star is niets meer en minder dan een melodieuze power balad met verfijnd gitaarspel. The Circle Pt. 1: Grey vormt het slotakkoord van Beholder. Het impliceert dat we op een tweede album een vervolg mogen verwachten. Het nummer kabbelt voort tussen wat het midden houdt van rock en metal. Het lijkt alsof de band hier op twee gedachten hinkt. Een vol emotie zingende Peretto drukt – zoals eerder gememoreerd – een te groot stempel op het nummer. De toekomst zal uitwijzen of er bestaansrecht is voor Ypnos.