Op de heenweg zag het er slecht uit met bakken regen die uit de hemel vielen maar eenmaal aangekomen was het inmiddels droog en heel erg warm. Het festivalterrein zag er anders uit dan voorheen maar het wordt al snel duidelijk dat Tante Rikie ook dit jaar goed voor haar gasten zorgt.
Nog net op tijd voor de laatste nummers van het met modder doordrenkte optreden van John Coffey! Wat een genot om naar te kijken, en niet enkel om het grote aantal snorren op het podium. Er wordt gespeeld alsof het leven ervan af hangt. Nu vraagt in hardcore punk gewortelde gitaarherrie daar bij uitstek om, maar hier wordt duidelijk een tandje extra gegeven. Gitaren vliegen in het rond, het publiek schreeuwt om meer en de heren verlaten het podium met een grote grijns op het gezicht. Heerlijk om dag zo te beginnen!
Wederom een vreemde eend in de bijt qua programmering in de mega tent (dan heb ik het nog niet eens over het absurde feit dat Wallace Vanborn tegelijkertijd speelt) betreft het stoner/doom kwartet Pendejo!. Bij de eerste (zware) noten die Pendejo! op het publiek afvuurt loopt er direct volk naar buiten. Niet alle muziek schijnt geschikt te zijn voor de tere oortjes der boerenrock fanaten. Spijtig voor diezelfde mensen overigens, want wat volgt is een show vol muzikaal vernuft. Alle nummers lopen (op twee kortstondige pauzes na) vloeiend in elkaar over en worden onwaarschijnlijk strak gebracht. Het eveneens geweldige geluid (zowel vooraan als achteraan in de tent) draagt bij aan een uur lang smerige stoner van de bovenste plank. Dankzij veelvuldige toevoeging van een trompet, repetitieve salvo’s onder leiding van de drummer en het gebruik van feedback bij de intro’s en outro’s blijft de muziek met gemak een uur lang boeien. De liefhebber weet de mega tent gelukkig te vinden en langzaam maar zeker stroomt het vooraan lekker vol. En terecht, want wat een band staat er hier!
Dan is het tijd voor helden van weleer. Of beter gezegd, held. Voormalig Animals-boegbeeld Eric Burdon. Na een aantal kortstondige projecten toert hij nu met zijn begeleidingsband, toepasselijk genaamd The Animals. Hier is overigens veel om te doen geweest. Oud-bandlid John Steel is namelijk de enige die de naam Animals mag gebruiken. Dit geldt echter alleen in Groot-Brittannië, dus treedt Burdon vandaag op deze zonnige dag op met zijn Animals. De band, overwegend bestaand uit niet al te jonge muzikanten, zet in en even later komt de kleine grote man het podium op. Niet al te soepel bewegend, begint hij met het zingen van ‘When I Was Young, hoe ironisch. Een goede binnenkomer voor de massa die logischerwijs uit wat ‘ouder’ publiek bestaat. Eric krijgt al vrij snel een petje aangereikt aangezien de zon om zes uur toch nog vrij fel is. Door de microfoonstandaard om te trappen, vergezeld met een ‘sorry’, dat wel, laat hij zien dat de rocker nog steeds in hem schuilt. De band speelt fantastisch en Eric gooit alles in de strijd. De klassieker ‘We’ve gotta get out of this place’
Twee gestoorde Fransozen met een dijk van een podium act genaamd Inspector Cluzo. Ik heb geen andere woorden om deze mannen te omschrijven. Nadat we besloten hadden Eric Burdon gedag te zeggen liepen we langs The Bayou en hoorden we een partij herrie dat naar meer smaakte. Nieuwsgierig geworden besloten we een kijkje te nemen laten we zo zeggen, we zijn blij dat gedaan te hebben. Maf, apart, uniek en keihard rockend. Gewapend met drumstel en gitaar (inderdaad zoals een nummer van hun het al aangeeft, f*ck the bass player, zonder basgitarist) doen ze waar ze voor gekomen zijn. The Bayou op zijn kop zetten is hun doel n dat lukt ze meer dan prima. Wat een geweld wat een passie. Er wordt veel contact gezocht met het publiek en daardoor wordt het niet hun feestje maar ons feestje. Oh ja, op het einde worden we er nog even op gewezen dat Coca-Cola en Monsanto op moeten flikkeren en dat ze niet Frans zijn maar uit Gascogne komen. Wat ik al zei, aparte lui. Maar zeer verfrissend.
Dragon Force is een band uit Engeland die volgens de omschrijving melodische powermetal maakt. Klopt. Maar ook weer niet. Wat de mannen op het podium aan kunsten vertonen is veel meer dan deze omschrijving doet vermoeden. Allerlei stijlen metal komen langs en er is voor iedere muzikant een
Ietwat laat aankomen bij Golden Earring blijkt een fout te zijn. De weide staat afgeladen vol, er kan werkelijk niemand meer bij. Uiteindelijk niet heel vreemd, want deze oudgedienden geven wederom een show van jewelste weg. Prachtig om te zien hoe een band 50(!) jaar na oprichting een publiek nog altijd op een dermate manier in beweging kan krijgen. Voeg daar een vette vuurshow en klassiek Radar Love aan toe en je hebt een afsluiter van formaat.
Dan de afsluiter van de zaterdag. Het Zweedse metalgezelschap Sabaton staat op het affiche. Terwijl de dag verder vorderde werd het me al duidelijk dat we de Zweedse metalgoden niet zouden moeten mogen missen. Overal liepen mensen met t-shirts van de Zweden. Dat zou wat beloven. Inmiddels donker geworden, begint de band met de tune van The Final Countdown. Maar wacht eens even, dat is niet alleen de tune, het is het hele nummer. Vraag me niet hoe, maar Sabaton komt ermee weg. Allen gehuld in dezelfde wit/grijze legerbroeken zetten ze de toko in vuur en vlam. Het is powermetal en